‘Ons neanderthaler-DNA heeft invloed op rookverslaving en depressie’

Hoewel neanderthalers al tienduizenden jaren niet meer bestaan, zit er nog steeds een klein beetje van hun DNA in de menselijke genoom. Dit neanderthaler-DNA heeft interessante effecten op onze gewoonten en medische situaties, blijkt uit een recent onderzoek van Vanderbilt University. Het DNA kan worden gelinkt aan bijvoorbeeld huidproblemen, depressie, bloedproppen en zelfs rookverslaving.

Mensen buiten Afrika hebben volgens de onderzoekers tussen de 1 en 4 procent aan neanderthaler-DNA in zich. De invloed van het DNA is klein, maar interessant: heb je een bepaalde hoeveelheid neanderthaler in je, dan is de kans op depressie bijvoorbeeld zo’n 1 procent groter.

Het DNA zorgt er ook voor dat er sneller bloedproppen vormen. Iets dat mogelijk te maken heeft met leefomstandigheden van neanderthalers. Omdat zij in het wild moesten overleven, hielpen de proppen om ziektes uit wonden te vermijden.

Het effect op rookverslaving is misschien nog wel het bijzonderst, aangezien er geen tabak was in de tijd dat neanderthalers leefden. De wetenschappers denken dat de invloed hierop vooral te maken heeft met neurologische gewoontes waar de neanderthalers afhankelijk van waren. Dat zou ze gevoeliger maken voor wat wij nu verslavingen noemen, waardoor het een klein effect heeft op ons.