Paradox in smart homes: We zijn bang voor hacks, maar geven toch graag onze data af

We zijn bereid om onze persoonlijke gegevens af te staan aan bedrijven die toepassingen voor smart homes en het Internet of Things leveren, maar zijn wel bang dat die producten en diensten niet veilig genoeg zijn. Dat blijkt uit een enquête die is uitgevoerd in opdracht van Intel Security en McAfee. Daaraan deden 9000 respondenten uit negen landen mee. Nederland zat daar niet tussen.

Meer dan de helft van alle respondenten zegt zelfs bereid te zijn tegen betaling persoonlijke data af te staan aan bedrijven. Zeventig procent vindt dat bedrijven korting moet geven als klanten gegevens over het gebruik van slimme apparaten verzamelen. Maar tegelijkertijd vreest 66 procent van alle respondenten dat apparaten in hun smart homes vatbaar zijn voor hackers.

Negen op de tien mensen denkt dat hun persoonlijke gegevens gevaar lopen zodra ze toepassingen voor smart homes en het Internet of Things in huis installeren. Desondanks geven mensen de voorkeur voor spraakherkenning, iris- en vingerafdrukscanners boven het gebruik van wachtwoorden om toegang te krijgen tot hun slimme apparaten.

Paradox

Uit de enquête dus komt een interessante paradox naar boven: de consument zou bereid zijn om persoonlijke data af te staan voor het gemak van slimme verlichting en thermostaten. We kiezen zelfs liever voor een vingerafdruk dan een wachtwoord, maar zijn tegelijk bang dat die data in verkeerde handen valt.

Uit een onderzoek van Atlantic Council (maart 2016) blijkt dat de zorgen over veiligheid op dit moment de grootste barrière is om slimme apparaten aan te schaffen. Het onderzoek concludeert dat het daarom extra belangrijk is dat preventief maatregelen worden genomen om de veiligheid en bescherming van smart homes te garanderen. Technologiebedrijven en beleidsmakers doen op dat vlak nog niet genoeg.