Delft gaat zelfrijdende auto op universiteitscampus en openbare weg testen

Hoe kunnen zelfrijdende auto’s op de Nederlandse wegen gaan rijden? Dat gaat men onderzoeken in Delft. De TU Delft heeft hiervoor samen met lokale overheden een speciaal onderzoekscentrum opgezet: het Researchlab Automated Driving Delft, kortweg RADD. Melanie Schultz van Haegen, de demissionair minister van Infrastructuur en Milieu, heeft het RADD vanochtend officieel geopend.

Het eerste initiatief van het onderzoekscentrum is het opleveren van een veilige route met een monitoringssysteem. Deze route zal worden aangelegd op de campus van de TU Delft. De bedoeling is dat dit nog deze zomer gebeurt, waarna in het eerste kwartaal van 2018 daadwerkelijk onderzoek kan plaatsvinden. In de zomer van 2018 zal het onderzoeksterrein wordt uitgebreid tot buiten de campus.

Bij de experimenten wordt onder meer gekeken naar hoe autonome voertuigen kunnen worden ingezet als onderdeel van het openbaar vervoersysteem of om goederen te vervoeren. Ook wordt er gekeken naar hoe het normale verkeer reageert en wat de invloed is van zelfrijdende voetuigen op de doorstroming. Tot slot wordt onderzocht hoe de ervaring is voor passagiers van zelfrijdende auto’s en busjes.

Voertuigen

Er worden bij de tests diverse soorten voertuigen gebruikt. Het gaat onder meer om een omgebouwde Toyota Prius die via een joystick bestuurd kan worden, maar niet volledig autonoom kan rijden. Ook worden de zelfrijdende Renault Twizy en de WEpod getest. Beiden kunnen enkel op lage snelheden autonoom rijden. Het is opvallend is dat het RADD gaat testen met de WEpods, die eerder in Wageningen rondreden. De tests daar en die in Appelscha waren niet zo succesvol als gehoopt.

Er wordt volgens de onderzoeksplannen die er nu liggen dus nog niet getest met zelfrijdende auto’s die vergelijkbaar zijn met de voertuigen die grote techbedrijven en sommige autofabrikanten testen.