Internetverkeer is in Amerika niet meer gelijk: FCC schaft netneutraliteit af

Stan Hulsen

De Federal Communications Commission (FCC), de Amerikaanse communicatie-autoriteit, schaft de netneutraliteit af.

Daardoor hoeven internetproviders in de Verenigde Staten het internetverkeer niet langer gelijk te behandelen. De zitting over het afschaffen van de netneutraliteit begon om 16.30 uur (Nederlandse tijd). De stemming is zojuist geëindigd in 3-2 vóór afschaffing.

Het ‘gelijk behandelen’ van het internetverkeer houdt in dat providers het verkeer naar bepaalde websites of apps niet voor mogen trekken op andere diensten. Zonder netneutraliteit is het voor providers verboden om extra kosten te rekenen voor voorrang op het internetverkeer. Critici zeggen dat de afschaffing van de neutraliteit ervoor zorgt dat providers op het internet de dienst uit gaan maken.

Nu die regels van de baan zijn, is het voor telecomproviders toegestaan om internetverkeer naar bepaalde websites te blokkeren of te vertragen. Ook kunnen providers hun eigen diensten, of die van partners, voorrang geven.

Voorzitter FCC

De netneutraliteit werd in februari 2015 ingevoerd door de FCC, toen onder leiding van de Democratische Tom Wheeler (die van tegenstander werd overtuigd tot voorstander). Nu staat de Republikeinse Ajit Pai aan het hoofd van de telecomautoriteit. Hij heeft de afgelopen maanden meerdere malen laten weten tegen netneutraliteit te zijn. In 2015 stemde hij als lid van de FCC (tevergeefs) al tegen de netneutraliteit.

Sinds zijn aanstelling, vlak na de inauguratie van president Donald Trump, zei hij tegen de Amerikaanse publieke omroep PBS dat de regels providers kunnen ontmoedigen om in bepaalde (niet-stedelijke of relatief arme) gebieden internet aan te bieden. Hij heeft er bovendien vertrouwen in dat de het afschaffen van de netneutraliteit er niet voor zorgt dat telecomproviders diensten gaan voortrekken.

Voor- en tegenstanders

Amerikaanse telecomproviders zoals AT&T, Charter, Verizon en Sprint, hebben hun steun voor het afschaffen dan de netneutraliteit uitgesproken. FCC-voorziter Pai heeft in het verleden overigens als advocaat gewerkt voor Verizon.

In Nederland lag T-Mobile eind 2016 in de clinch met de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over zijn dienst Datavrije Muziek. Consumenten kunnen met deze dienst muziek streamen zonder dat dit ten koste gaat van hun internetbundel.

De ACM oordeelde dat deze dienst ingaat tegen de netneutraliteit, en daarom verboden is. Een rechter bepaalde in april 2017 dat dit niet het geval was. De Nederlandse wet gold in dit geval namelijk niet voor de (minder strenge) Europese wet.

Veel internetbedrijven die te maken hebben met veel dataverkeer hebben zich tegen de afschaffing van de regels uitgesproken. The Internet Association stuurde vorige week nog een brief naar de FCC om het stemmen uit te stellen. De organisatie vertegenwoordigt onder meer Google, Facebook, Reddit, Netflix, Amazon en Twitter.

FCC-voorzitter Pai heeft juist kritiek op internetplatformen, zoals Twitter, Facebook en Google. Hij ziet de bedrijven als een groot gevaar voor de beperking van internetvrijheid. Het argument: deze bedrijven bepalen steeds vaker wat op internet wel en niet acceptabel is.

Identiteitsdiefstal openbare reactieronde

In aanloop naar de stemronde van vandaag, hield de FCC een openbare reactieronde. Inwoners van de Verenigde Staten konden aan het overheidsorgaan laten weten wat zij van de afschaffing van de regels vonden. Dit is een gebruikelijk proces bij vrijwel elke aanstaande beslissing. Doorgaans leidt deze reactieronde tot relatief weinig reacties.

Dit keer was het anders. Over de afschaffing van de netneutraliteit werden maar liefst 21,7 miljoen reacties achtergelaten. Hoewel dit een enorm hoog aantal is, wil dat op zich niet niet zeggen dat dit invloed gaat hebben, legt politiek wetenschapper Steven Balla uit in The Washington Post.

Vorige week riep de procureur-generaal van de staat New York, Eric Schneiderman, de FCC op om de stemming over de netneutraliteit uit te stellen. De reden: hij denkt dat in de openbare reactieronde vermoedelijk miljoenen reacties onder een valse naam zijn geplaatst – wat neerkomt op identiteitsdiefstal.

Volgens een analyse van Schneiderman gaat het om twee miljoen reacties, met name uit New York, Californië, Texas en Florida. “De stemming door laten gaan bagatelliseert het reactieproces”, schreef de procureur-generaal. “En beloont de verborgen agenda van degenen die verantwoordelijk zijn voor deze fraude.”

Uit een onderzoek van het Pew Research Center blijkt dat 57 procent van de reacties met een vals of tijdelijk e-mailadres is ingevoerd. Van de 21,7 miljoen reacties was ongeveer 6 procent (1,3 miljoen) uniek. De overige 94 procent van de reacties werd vaker dan één keer ingediend. Eén specifieke reactie werd zelfs 2,8 miljoen keer ingediend.