Tegenstanders sleepwet staan voorlopig op nipte voorsprong in referendum

sleepwet

Gisteren waren niet alleen de gemeenteraadsverkiezingen, maar ook het referendum over de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel de aftap- of sleepwet genoemd. Inmiddels is 90,2 procent van de stemmen geteld, en het nee-kamp lijkt met een nipte voorsprong te winnen.

Op het moment van schrijven hebben de voorstanders van de wet 47,3 procent van de stemmen. De tegenstanders staan op 48,7 procent, weet het NU.nl. Met dus nog een aantal gemeenten te gaan is het een echte nek-aan-nek-race. Pas op 29 maart wordt de definitieve uitslag door de Kiesraad gedeeld.

Grote gemeenten tegenstander

De meeste tegenstanders van de wet zijn voorlopig te vinden in de grote gemeenten. Zo stemde in Rotterdam 57,4 procent tegen de wet en 38,5 procent voor. In Groningen is het verschil nog veel groter: daar stemde 70,8 procent tegen.

In kleinere gemeenten winnen de voorstanders het juist vaker. Opvallend genoeg is er echter een groot blok aan gemeenten in het noorden van het land dat tegen de wet stemde.

Ruim 200.000 mensen, ongeveer 4 procent van de kiezers, stemden blanco. Zij deden het biljet in de stembus zonder een hokje rood te kleuren. Een blanco stem wordt vaak ingezet als proteststem.

Reacties politiek

De nieuwe wet geeft de Nederlandse geheime diensten AIVD en MIVD meer bevoegdheden om internetverkeer op de kabel af te tappen. Diverse politieke partijen bereiden zich ondertussen voor om de wet te heroverwegen. Zo zei premier Mark Rutte dat het kabinet de wet gaat heroverwegen bij een meerderheid aan tegenstemmen. Dat is ook verplicht door de wet.

Of er dan ook wijzigingen komen in de wet, is niet duidelijk. Omdat het een raadgevend referendum is, hoeft het kabinet het advies niet op te volgen. CDA-leider Sybrand Buma zei eerder al dat het kabinet de uitslag van het referendum naast zich neer zou leggen. Die uitspraak herhaalt hij nu echter niet. “Het is nu aan het kabinet om te beslissen wat zij gaan doen”.

Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, de verantwoordelijke minister, erkent dat het referendum inderdaad op een ‘nee’ uit lijkt te komen. Ook zij zegt dat het kabinet de wet gaat heroverwegen, maar wil nog niet zeggen wat er bij die heroverweging zal gebeuren.