Formule E: Meer power, nieuwe gimmicks

Koen Vergeer

De elektrische koningsklasse stapt verder de toekomst in.

Elektrisch rijden rukt op. Autofabrikanten komen met steeds meer elektrische modellen, regeringen stellen deadlines voor de verkoop van auto’s die rijden op fossiel; dus of we nu willen of niet, het komt eraan.

Koen VergeerKoen VergeerFormule 1 fanaat en autosport schrijver Koen Vergeer blikt vooruit op het vijfde seizoen van de Formule E.Geen wonder dat parallel aan deze ontwikkeling het elektrisch racen in opmars is. Het is de showcase, het uithangbord voor al die elektrische auto’s die aan de man gebracht moeten worden. In 2020 komt er een elektrisch toerwagenkampioenschap (E-TCR), in hetzelfde jaar stapt het wereldkampioenschap rallycross (WRX) over op elektrisch rijden. Dit jaar al begint ook MotoE, met een vijftal races voor elektrische motorfietsen.

Toch, de absolute voorloper in de elektrische racerij is en blijft de Formule E.  De Formule E die vier jaar geleden begon in Beijing met een fikse klapper in de allerlaatste bocht van de race:

Komend weekend begint de elektrische koningsklasse alweer aan zijn vijfde seizoen. De voors en tegens, de regels en de uitgangspunten van de serie zijn inmiddels wel bekend. Kijk anders nog even hier.

Het nieuwe seizoen gaat verder op de ingeslagen weg, maar brengt ook een aantal belangrijke vernieuwingen. Ik zet ze hier op een rij. Bijzondere vernieuwingen die een mogelijk een quantumsprong betekenen, niet alleen voor het elektrisch racen, maar voor de hele autosport.

Gen2

Eerst is er de Gen2-car. Een nieuwe generatie Formule E-auto’s, die onmiddellijk totaal anders oogt. Ik moest er echt even aan wennen. Het ziet er zo anders uit dan we van een klassieke Formule-racer gewend zijn.

De wielen zijn niet meer open (waardoor je je kunt afvragen of dit nog wel een Formule-auto moet heten, de grenzen worden in elk geval opgerekt). En er is geen centrale achtervleugel: waar is dat dienblad tussen de achterwielen gebleven? De achtervleugel is min of meer gesplitst en loopt over de achterwielen (zoals bij de legendarische Porsche 917).

Uiterlijk zweeft de auto dan ook tussen een prototype en een Formule-wagen. En zo voelt het ook bij het rijden, bekende Jaguar-coureur Mitch Evans na de eerste tests.

De Gen2-car is een statement, waarmee de Formule E zich afzet tegen de klassieke Formule-racers: de aerodynamica mag in deze fase niet van doorslaggevend belang worden. Het geringe aandeel aerodynamica legt de nadruk op de aandrijflijn (kom ik zo op) en levert bovendien veel meer close racing op.

Kijk hier naar de beste acties van vorig seizoen:

Capaciteit

Nieuw in de Gen2-car is ook de batterij. Deze standaardbatterij heeft een veel grotere capaciteit dan die uit de eerste vier seizoenen. Dat betekent ten eerste dat de auto’s sneller zullen gaan. De topsnelheid zal rond de 280 km/u uitkomen (voorheen 225).

Maar het betekent vooral dat de batterij langer meegaat en dat het wisselen van auto halverwege de race dus niet langer nodig zal zijn. Dat scheelt in de kosten (tweeëntwintig auto’s minder), maar het scheelt vooral in imago. Coureurs die halverwege de race in een andere auto moesten springen omdat de batterij leeg was, leverde in voorgaande jaren de nodige cynische commentaren op.

Ferrari-directeur Marchionne zei zelfs dat Ferrari deelname aan de Formule E pas zou gaan overwegen als dat rare wisselen van auto voorbij was.

Inmiddels zijn echter alle plekken op de Formule E-grid volgeboekt: dit jaar stapt na Jaguar en Audi ook BMW de serie binnen, neemt Nissan de plek van Renault over, proeft Mercedes alvast via Venturi en HWA van de serie, om volgend jaar tegelijk met Porsche als volwaardig fabrieksteam in te stappen.

Steen der Wijzen

De futuristische Batmobile-look van de Gen2-car is belangrijk, want de Formule E wil de toekomst zijn. Maar nog veel belangrijker is wat er onder die snelle looks verborgen zit.

Wat de aerodynamica is in de Formule 1, is de software in de Formule E De kern van de serie is de aandrijflijn van de elektrische racer. Chassis, banden en batterij zijn voor iedereen standaard, om de ontwikkelingskosten beheersbaar te houden. De aandrijflijn echter is voor iedereen vrij, dat wil zeggen: de motor (je kunt bijvoorbeeld ook twee elektromotoren nemen), de versnellingsbak (met een, twee of meer versnellingen) en de software die het overbrengen van de power regelt.

Deze software is momenteel de Steen der Wijzen in de Formule E. En dan gaat het over hoe je de geleverde power op het wegdek krijgt, maar ook hoe je weer energie terugwint, of energie bespaart. Daarmee kunnen de fabrikanten zich profileren. Daar kunnen coureurs en engineers het verschil maken.

De fine-tuning van de elektronica kan beslissend zijn inzake winst en verlies. “Wat de aerodynamica is in de Formule 1, is de software in de Formule E,” aldus Sebastian Buemi (Formule E-kampioen in seizoen 2).

Mario Kart

De meest spraakmakende vernieuwing dit seizoen is waarschijnlijk de attack-modus. Een heel bijzondere gimmick, die het racen meer en meer in de sfeer van het gamen brengt. En gamen, zo wil het, sluit nu eenmaal meer aan bij de beleving van het jonge publiek, dat uitgekeken raakt op races die te lang duren en niet worden opgeleukt met special effects.

De attack-modus kunnen de coureurs activeren door over een bepaalde lijn, die buiten de racelijn ligt, te rijden. In de attack-modus beschikt men dan tijdelijk over meer vermogen (225 kW in plaats van 200 kW) waardoor het makkelijker wordt om een aanval in te zetten.

Het is vergelijkbaar met het racespelletje Mario Kart, waar je op het circuit items kunt oppikken waarmee je tijdelijk sneller kunt rijden. Voor de tv-kijkers zal de activation-zone zichtbaar zijn als een graphic op het asfalt. En zodra een coureur de attack-modus heeft geactiveerd gaan op de halo blauwe leds knipperen.

Racepuristen fronsen de wenkbrauwen, maar stel dat het een succes wordt, gaan we dit dan in meer raceseries terugzien?

Naast de attack-modus houdt de Formule E de fanboost. Deze unieke interactieve gimmick geeft de fans de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de race. Vóór de race kunnen zij stemmen op hun favoriete coureur.

De meest populaire coureurs (dit jaar zullen het er vijf per race zijn) krijgen dan tijdens de wedstrijd één keer de beschikking over een boost van 30 kW. De halo kleurt paarsrood, zodra de fanboost wordt geactiveerd.

Pop-up en politiek

Het is duidelijk dat de Formule E er alles aan doet om de grenzen van de klassieke racerij te verleggen. Dat geldt ook voor de circuits.

Het is duidelijk dat de Formule E er alles aan doet om de grenzen van de klassieke racerij te verleggen De organisatie is apetrots dat het hen lukt wat de Formule 1 nooit lukte, namelijk races te houden in het hart van grote steden als Hong Kong, Parijs en New York. Vorig jaar was er zelfs een race in Zwitserland, dat de racerij 63 jaar eerder in de ban had gedaan!

Dit jaar staat Zwitserland opnieuw op de kalender – al ondergaat die kalender soms nog last-minute wijzigingen, omdat races in steden afhankelijk zijn van veranderende politieke en financiële omstandigheden.

Maar ook dát hoort bij het pop-up-karakter van de races. Net als het feit dat het hele programma (trainingen, kwalificatie, race) op één dag wordt afgewerkt, om de stad niet te zeer te belasten.

Met veel tamtam werd eerder dit jaar een volgende primeur aangekondigd: namelijk dat seizoen vijf zal beginnen met een race in Saoedi-Arabië, op een circuit in Ad Diriyah, op de rand van de hoofdstad Riyad. De organisatie trekt alles uit de kast om aan te sluiten bij het Westen, met een groots festival waar onder andere David Guetta, One Republic en Enrique Iglesias zullen optreden.

Recente politieke ontwikkelingen hebben het geheel natuurlijk een rafelig randje gegeven. Als tegenzet, zo lijkt het, hebben bijna alle teams voor de geplande tests daags na de race vrouwelijke coureurs uitgenodigd.

Tatiana Calderon, Simona de Silverstro, Carmen Jorda, Katherine Legge, Jamie Chadwick en Amna Al Qubaisi zullen in actie komen, evenals Beitske Visser, die op beide testdagen zal rijden voor BMW-Andretti.

Voorspellen met Allan

De nieuwe auto en de nieuwe regels zullen het Formule E-veld weer flink opschudden. En wat te denken van nieuwe coureurs als Felipe Massa, Stoffel Vandoorne en tweevoudig DTM-kampioen Gary Paffett?

Vorig jaar was het voortdurend close en wonnen diverse teams en coureurs races. De tests in Valencia wezen erop dat we opnieuw sterke optredens mogen verwachten van de regerend kampioen Jean-Eric Vergne met de Techeetah, met DS-technologie onder de kap, en van Audi, dat vorig jaar aan het eind van het seizoen al domineerde.

Echter, de snelste tijden werden steeds weer neergezet door het team Andretti, dat in de voorgaande jaren nooit goed voor de dag kwam. Maar nu BMW als fabriek betrokken is, voorspelt Allan McNish, teambaas bij Audi, dat BMW-Andretti het te kloppen team zal zijn.

Daarnaast verwacht hij dat Virgin Racing, ook met de Audi-aandrijflijn en Nederlander Robin Frijns in de cockpit, snel een woordje mee zal spreken.

We gaan het zien. Gas erop! Of tja… hoe zullen we dat in de toekomst noemen?

Foto’s via Formule E Wikia [CC3.0] / Giphy / Audi Media Center