Uber-concurrent Lyft wil zichzelf verkopen, maar dat lukt niet

Lyft staat in de verkoop. De Uber-concurrent uit San Francisco heeft volgens The New York Times geprobeerd om onder de hoede te komen van General Motors, Amazon, Google en concurrenten Uber en het Chinese Didi Chuxing. De meest serieuze gesprekken zouden gevoerd zijn met autofabrikant General Motors, maar volgens bronnen zijn alle onderhandelingen op niets uitgelopen.

Volgens de krant is Lyft echter niet wanhopig omdat het slecht gaat: het bedrijf zou nog 1,4 miljard dollar op voorraad hebben. Begin dit jaar investeerde General Motors nog 500 miljoen dollar in Lyft. Het bedrijf werd daarna gewaardeerd op een waarde van 5,5 miljard dollar. De grootste concurrent van het bedrijf, Uber, is meer dan tien keer zoveel waard. Mede door de grote onderlinge concurrentie is het lastig voor partijen om echt door te groeien. Daarom verkocht Uber onlangs ook de Chinese tak van het bedrijf aan zijn concurrent Didi Chuxing.

Uber

Lyft zou dus ook in gesprek zijn geweest met zijn grootste concurrent, Uber. Het bedrijf zou een bedrag van 2 miljard dollar willen neerleggen, maar heeft geen officieel bod uitgebracht. Bloomberg schrijft echter dat de CEO van van Uber, Travis Kalanick, geen bod zou willen uitbrengen omdat hij vreest dat een overname voor kritiek kan zorgen van concurrentieautoriteiten.

Ondertussen ziet het er dus naar uit dat Lyft zelfstandig moet blijven opereren. Het bedrijf werkt samen met General Motors aan de ontwikkeling van een zelfrijdende auto. Daarmee wil het uiteindelijk een netwerk van oproepbare auto’s maken, die gebruikers makkelijk kunnen oproepen om een ritje te maken. Vorige week kondigde Uber aan om snel in de praktijk met zo’n systeem te gaan werken. In Pittsburgh kunnen de eerste klanten van het bedrijf binnenkort al een ritje maken in een zelfrijdende auto. De auto’s rijden overigens niet volledig autonoom, omdat die technologie nog niet ver genoeg ontwikkeld is.