23andMe ontvangt stevige financiële steun uit verrassende hoek

Het Amerikaanse 23andMe had de wind vol in de zeilen toen het vorig jaar door de FDA een verbod kreeg opgelegd om hun populaire DNA-tests nog te verkopen. Een financiële injectie van liefst $1.4 miljoen moet het bedrijf helpen aan een goedkeuring van de autoriteiten. Alleen komt die steun wel uit een verrassende hoek: de NIH, het instituut voor geneeskundig onderzoek van de Amerikaanse overheid.

Het zat 23andMe eind vorig jaar alles behalve mee. Niet alleen werd het Amerikaanse bedrijf door de voedsel- en medicijnenautoriteit verboden nog langer hun populaire DNA-tests te verkopen, het werd ook nog eens aangeklaagd door ontevreden klanten in navolging van dat verbod.

Nog altijd is 23andMe met de FDA in gesprek om hun tests weer terug in de (virtuele) schappen te krijgen. Dat is deels al gelukt door hun testresultaten uit te kleden en te beperken tot gegevens over afkomst en algemene genetische informatie, maar het bedrijf zou natuurlijk graag hun bredere kennis (zoals mogelijke afwijkingen of ziektes)  delen met de klant.

Vorige maand werd een kleine overwinning geboekt, toen de Amerikaanse voedsel- en medicijnenautoriteit het onderzoek van 23andMe rond het syndroom van Bloom goedkeurde, maar oprichter Anne Wojcicki haastte zich om te melden dat het op deze manier een lange en vooral kostbare weg zou worden om alle data die het bedrijf kan delen ook goedgekeurd inzichtelijk te maken voor klanten.

Het National Institutes of Health (NIH) biedt echter de helpende hand, in de vorm van een beurs van $1.4 miljoen. Het collectief van instituten voor geneeskundig onderzoek stelt het bedrag ter beschikking in ruil voor een serie white papers die inzicht moeten geven in de onderzoeksresultaten van 23andMe.

Gezien het verbod van de ene Amerikaanse overheidsinstantie is de steun van de andere Amerikaanse overheidsinstantie natuurlijk op zijn minst saillant te noemen.

Het zal Wojcicki uiteraard een worst wezen, zij ziet de steun vooral als een signaal dat het bedrijf wel degelijk recht van bestaan heeft: “Deze beurs onderstreept de mogelijk van ons bedrijf om een uniek kennisplatform te creëeren voor consumenten én onderzoekers wereldwijd“.