Numrush

Hoe lang blijft Adobe Flash nog bestaan?

Onlangs maakte Firefox-ontwikkelaar Mozilla bekend Flash niet langer standaard toe te staan. Vanaf augustus zijn alleen de broodnodige toevoegingen van de plug-in zichtbaar. De toepassingen die niet per se bijdragen aan een betere gebruikerservaring van een website worden geblokkeerd. In 2017 gaat de ontwikkelaar nog een stapje verder: vanaf dan moeten gebruikers voor het weergeven van welke Flash-toepassing dan ook toestemming geven.

Eerder gaven de ontwikkelaars van Safari en Chrome al aan het gebruik van Flash te willen verminderen. Bij honkbal ben je na drie slagballen uit, maar ontwikkelaar Adobe houdt Flash gewoon in the game. Duiden deze stappen van de browserontwikkelaars er op dat de plug-in zich nu toch echt in de laatste fase van zijn langzame dood bevindt?

De plug-in is door tegenstanders immers al meerdere malen doodverklaard. Desondanks is Flash nog altijd in gebruik en wordt hij door ontwikkelaar Adobe ook nog altijd ondersteund. Ooit was Flash hét portaal voor het web: een tussenlaag die ervoor zorgde dat je games kon spelen, video’s kon bekijken en om je een weg te banen door interactieve webpagina’s. Inmiddels wordt de plug-in vooral geassocieerd met irritante banners, crashes en veiligheidsproblemen. Een beknopt kijkje in de historie en de toekomst van Flash.

FutureWave en Macromedia

Het ontstaan van Flash begon allemaal in 1996, toen het bedrijfje FutureWave Software de animatiesoftware FutureSplash Animator uitbracht. De oprichters van dit bedrijf in San Diego (Californië) waren Jonathan Gay en Charlie Jackson. Voordat zij FutureSplash uitbrachten, probeerden zij het met software voor grafisch ontwerpers, bedoeld voor pencomputers. Architecten zouden op die manier bijvoorbeeld makkelijker moeten kunnen werken dan met slechts pen en papier.

De markt voor dit product viel echter net weg op het moment dat FutureWave zijn product aan de man wilde brengen. Daardoor werden Gay en Jackson gedwongen het op een andere boeg te gooien. Ze besloten hun software om te bouwen en geschikt te maken voor Windows en Macintosh, waarbij veel van de originele code voor de software voor pencomputers behouden bleef.

Ondertussen kwam ook het internet op. Dat kan nog wel eens zo groot gaan worden, dachten Gay en Jackson. Zo groot, dat mensen daar wel eens animaties op zouden willen gaan zien. Grote klanten van het bedrijf waren onder andere Microsoft en Disney Online. Dat trok de aandacht van Macromedia, dat het bedrijf eind 1996 overnam. Het hernoemde de software naar Macromedia Flash en ontwikkelde het door.

Macromedia werd op zijn beurt in 2005 overgenomen door Adobe. Sindsdien kennen we de doorontwikkelde producten van dat kleine bedrijfje uit San Diego onder de naam van de softwaregigant: Adobe Flash en Adobe Flash Player. Volgens Adobe had 98 procent van de computers met internetverbinding op het moment van overname Flash Player geïnstalleerd. Wie fatsoenlijk over het internet wilde surfen, moest Flash wel gebruiken. Elke animatie, video of interactief element maakte gebruik van de plug-in.

Die populariteit maakte dat Flash een geliefd doelwit is voor hackers. Als zoveel computers geïnstalleerd zijn met Flash, zou het de toegangspoort kunnen zijn tot honderdduizenden apparaten. Dat zorgt ervoor dat ontwikkelaar Adobe ook nu nog constant updates moet uitvoeren om het programma veilig te houden. Maar niet iedere gebruiker voert deze updates ook uit. Van al die geïnstalleerde Flash plug-ins zijn er dus veel verouderd, waardoor ze gaten bevatten waar schrijvers van kwaadaardige software steeds makkelijker doorheen kunnen prikken.

Apple vs Adobe

Sinds de overnames door Macromedia en Adobe, maakte Flash het leven van de internetter vooral beter. Zo nu en dan stuitte je wel op een website met een overkill aan leuke snufjes die de technologie bood, en een crash vond ook met de nodige regelmaat plaats. Maar een platform zoals YouTube, dat in 2005 opkwam, wist destijds dankzij Flash een enorme hoeveelheid mensen te bereiken die video’s konden bekijken en delen. Wie op een doorsnee website fatsoenlijk wilde navigeren, zorgde er maar beter voor Flash tot zijn beschikking te hebben.

Twee jaar na YouTube kwam Apple met het product dat de markt rondom het bekijken video’s en websites volledig een andere kant op duwde: de iPhone. Toenmalig CEO Steve Jobs was op zijn zachtst gezegd geen fan van Flash en liet de software daarom ook niet toe op zijn besturingssysteem voor mobiele apparaten. Terwijl steeds meer mensen een smartphone of ander mobiel apparaat van Apple kocht, werden zij daardoor ook uitgesloten van de Flash-beleving bij het surfen over het web.

Maar Jobs heeft het al die jaren gewoon volgehouden: Flash komt niet naar iOS. Een van de hoogtepunten in de strijd tussen Apple en Adobe vond plaats in 2010, toen Jobs zijn open brief Thoughts on Flash publiceerde. Daarin zet hij uiteen waarom Flash niet ondersteund wordt op de mobiele apparaten van Apple. Hij zegt dat er genoeg alternatieven zijn om video’s te bekijken en games te spelen (HTML5 en het aanbod in Apple’s eigen App Store), dat Apple een voorkeur heeft voor een open standaard en dat de beveiligingsproblemen voor risico’s bij gebruikers kunnen zorgen.

Recente ontwikkelingen

Deels heeft Jobs daarin wel gelijk gekregen. Waar je vroeger zonder Flash geen optimale versie van welke website dan ook kon bekijken, biedt het tegenwoordig niet veel extra’s. Op een arsenaal aan Flash-games na kom je zo nu en dan een videospeler tegen waarvoor je Flash geïnstalleerd moet hebben, maar nu grote partijen als Facebook, Netflix en YouTube gebruik maken van HTML5, is Flash eerder uitzondering dan regel geworden.

Inmiddels heeft Adobe de handdoek vrijwel in de ring gegooid als het gaat om ondersteuning voor mobiele apparaten. Hoewel het bedrijf in november 2015 niet zei afstand te nemen van Flash, schrijft het wel dat het ontwikkelaars aanmoedigt om vooral met de ‘nieuwe standaarden’ aan de slag te gaan. De ontwikkeling en opkomst van HTML5 zorgt ervoor dat plug-ins zoals Flash overbodig worden. HTML5 biedt de functionaliteiten van Flash, is stabieler en immers gewoon in een browser geïntegreerd.

Ondanks deze zachte aanmoediging van Adobe, zal het nog wel eventjes duren voordat de laatste spijker in de doodskist geslagen kan worden. Bestaande browsers stoten Flash nog niet helemaal af, maar ontmoedigen het gebruik ervan wel. Wie gebruik wil maken van Flash, kan dat nog altijd doen door toestemming geven in verschillende browsers. Tot nu toe blijft Adobe nog wel stug vasthouden aan de potentie die Flash kan bieden voor video’s en games. Pas als zowel Adobe als ontwikkelaars besluiten helemaal afstand te nemen van de plug-in, kan de kist definitief de grond in.