Meer dan zestig Australische overheidsinstellingen proberen toegang te krijgen tot de metadata van inwoners van het land. Momenteel hebben de instellingen nog de toestemming nodig van een rechter om data in te mogen zien, maar als het aan de overheidsinstellingen ligt komt daar verandering in.
Dat de instellingen in opstand komen is geen verrassing. Vorig jaar nam de Australische overheid controversiële wetten aan die enerzijds het opslaan van metadata erg makkelijk maakten, maar anderzijds van een hoop overheidsinstellingen de privileges afnam om die metadata in te zien.
De aangenomen wetten zorgen er onder meer voor dat metadata van telefoongesprekken en internetsessies twee jaar lang wordt opgeslagen. Metadata is geen inhoudelijke data, maar juist de data om een telefoongesprek of internetsessie heen. Je kunt denken aan de duur van een gesprek, welke websites bezocht worden of op welk tijdstip je iemand belt of smst. Dit soort informatie wordt vaak als niet belangrijk afgedaan, maar zegt vaak enorm veel over de persoon in kwestie, zoals ik eerder beschreef in het artikel: ‘5 vragen over privacy die je niet durft te stellen’.
De lijst van overheidsinstellingen is bekend geworden omdat Zdnet de overheid heeft gevraagd om de lijst openbaar te maken door middel van een ‘freedom of information‘-aanvraag (in Nederland heet dit Wet openbaarheid van bestuur). De lijst is overigens niet compleet, vier namen van overheidsinstellingen zijn weggehaald. Volgens de Attorney General’s Department zou het openbaar maken van de overheidsinstellingen “schade kan veroorzaken in de relaties tussen de instellingen en andere relevante instellingen.”