Numrush

‘Gebruiker dreigt te dupe te worden van het gevecht om de streamende muziekluisteraar’

Hoe luister jij naar muziek? Grote kans dat je streamt, bijvoorbeeld via Spotify, Apple Music, SoundCloud of YouTube. De Nederlandse muziekindustrie verdiende vorig jaar voor het eerst meer aan luisteraars die plaatjes streamen dan aan de verkoop van cd’s of andere fysieke dragers. Vorige week maakte de NVPI, de vertegenwoordiger van de Nederlandse muziekindustrie, de nieuwste cijfers bekend. Streamen was in 2016 goed voor 55 procent van de totale omzet.

De cijfers zijn gebaseerd op de omzetcijfers van de Nederlandse platenmaatschappijen. Zowel de totaalomzet als het aandeel dat streaming daar in heeft, steeg de afgelopen jaren behoorlijk. In 2012 verdiende de Nederlandse industrie ongeveer 18 miljoen euro aan Spotify, YouTube of vergelijkbare diensten. Vorig jaar leverde streaming 85 miljoen euro op. Aan welk van deze platformen de industrie het meest verdient, maakt de NVPI niet bekend.

De stijgende inkomsten uit streaming zou je kunnen zien als een positief geluid voor de muziekindustrie. Toch speelt zich op de achtergrond van deze groei een gevecht af. Het schuurt namelijk tussen de auteurs van muziek en de streamingsplatforms die deze muziek beschikbaar stellen. Het knelpunt zit in de basis in het verschil tussen deze platforms, vertelde Paul Solleveld, directeur van de NVPI, toen ik hem vorig jaar naar aanleiding van de halfjaarcijfers sprak.

“Streaming zorgt inderdaad voor de weg omhoog weer”, zegt hij. “Maar internationaal speelt er een grote discussie over de rol van platformen zoals YouTube. Die zijn een grote bron van muziekconsumptie, maar achten zich niet verantwoordelijk om met artiesten een overeenkomst te sluiten om die muziek te mogen aanbieden.”

Safe Harbour

Er zit een wezenlijk verschil tussen streamingsplatformen als YouTube en Spotify, hoewel ze de gebruiker in principe hetzelfde aanbieden: een nummer van een bepaalde artiest. Diensten als Apple Music, Spotify, Napster en Tidal sluiten deals met artiesten om de muziek beschikbaar te maken op hun platform. YouTube en vergelijkbare platformen zoals SoundCloud en Facebook leunen grotendeels op muziek die gebruikers naar hun platformen uploaden: user-generated content. Daarmee wordt de auteur buitenspel gezet: het zijn de gebruikers die de muziek beschikbaar stellen.

Dat dit mogelijk is, komt door wat de safe harbour wordt genoemd. Dit principe komt erop neer dat dienstverleners op het internet, zoals sociale media, niet verantwoordelijk zijn voor wat gebruikers uploaden. Gevolg: een platform zoals YouTube hoeft geen licentieafspraken te maken als een gebruiker iets uploadt.

Het argument daarachter is dat YouTube, SoundCloud en andere sociale media een faciliterende rol spelen. Zij bieden slechts een podium. “Maar naar de mening van rechthebbenden is dat niet helemaal juist”, zegt Solleveld. YouTube is geen passieve speler, zegt de industrie. Het bedrijf verdient aan advertenties, bouwt gebruikersprofielen op, filtert de muziek, biedt reactiemogelijkheden en laat er algoritmes op los. Toch geldt die safe harbour-richtlijn nog steeds.

Spanningsveld

Auteursrechteninbreuk is zo massaal dat optreden niet te doen is - Stefan KulkDankzij de faciliterende rol van YouTube en andere platforms vindt er een massale inbreuk op auteursrechten plaats. De sociale media hoeven in principe niet in te grijpen. Makers voelen zich in het nauw gedreven. “Toch hebben zij het, juridisch gezien, relatief goed voor elkaar”, zegt Stefan Kulk. Hij verwacht dit jaar te promoveren op de aansprakelijkheid van internetdienstverleners.

“Het auteursrecht biedt sterke handhavingsmogelijkheden om op te treden”, zegt Kulk. “Het nadeel is dat auteursrechteninbreuk zo massaal is, dat het niet te doen is. Dat is een zwakte in de positie van de rechthebbenden. De platforms hebben het voordeel dat ze in principe gevrijwaard zijn van aansprakelijkheid. Dat maakt hun positie óók sterk. De vraag is: hoe ver zouden platforms moeten gaan om de auteursrechten te beschermen?”

Regelgeving

De Europese Commissie wil dat de makers van muziek een betere onderhandelingspositie hebben ten opzichte van YouTube, SoundCloud en de andere platformen. Europa wil de platformen wél verantwoordelijk kunnen houden voor wat gebruikers uploaden. “De Europese Commissie is natuurlijk ook bezorgd”, zegt Kulk. “Die ziet ook de culturele belangen van het creëren van creatieve content.”

De Europese Commissie stelt voor dat de platformen verplicht een systeem inbouwen dat automatisch de bestanden, die gebruikers uploaden, controleert op auteursrechtelijk beschermd materiaal. Daarmee komen ze artiesten tegemoet aan de massaliteit van het probleem.

YouTube werkt al met zo’n systeem: Content ID. In die database zitten bijna 60 miljoen referenties van auteursrechtelijk beschermd materiaal, die de makers zelf kunnen toevoegen. Vervolgens kan de rechthebbende actie ondernemen als een gebruiker iets uploadt wat overeenkomt met een referentie in de database. Hij kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de video te laten verwijderen, of zich laten uitbetalen aan de advertentie-inkomsten.

‘Gebruiker wordt de dupe’

Het lijkt een ideale oplossing, maar volgens Kulk komt de gebruiker er hierdoor bekaaid vanaf. “Als het systeem aanslaat, is het nog maar de vraag of de gebruiker daadwerkelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht”, zegt hij. “Een systeem kan niet de nuance maken die een mens wel kan maken. Het kan ook aanslaan als in de video achtergrondmuziek is opgenomen terwijl je dochter staat te dansen. Dat is heel onschuldig gebruik van muziek, waarvan je je kunt afvragen of dat wel inbreuk is.”

“Vervolgens krijgen de Sony’s, Universals en de Warners van deze wereld (de drie grote platenlabels, red.) de vraag of ze dat willen verwijderen. En daar moet de gebruiker dan maar weer tegen in verweer komen. Dat is toch een beetje David tegen Goliath. Ik zou zelf wel wat voorzichtiger zijn als zo’n grote machtige partij zegt dat ik iets verkeerds heb gedaan.”

Ik zou zelf wel voorzichtiger zijn als Sony, Universal of Warner zegt dat ik iets verkeerds heb gedaan - Stefan KulkOok van auteursrechthebbenden is er kritiek, zegt Solleveld van de NVPI. “Ik hoor van de industrie dat het systeem ook niet helemaal feilloos werkt”, zegt hij. Toch draait het vooral om geld. Hoewel YouTube het systeem al vrijwillig aanbiedt, wil Solleveld dat het platform verplicht wordt om dat te doen. “Zelfs met dit vrijwillige systeem bepaalt YouTube hoeveel geld een rechthebbende ontvangt. Het is normaal dat een auteur daarover onderhandelt. Maar de platformen hebben een grote voordeelpositie, omdat ze eigenlijk niet hoeven te betalen. De auteur moet ze eerst aan de onderhandelingstafel krijgen natuurlijk. Dat kan alleen als ze bij wet verantwoordelijk worden geacht.”

Daar blijft het niet bij. YouTube zegt dat het bedrijf inmiddels meer dan 60 miljoen dollar heeft gestoken in de ontwikkeling van Content ID. Bovendien heeft het bedrijf alleen in al 2016 meer dan één miljard dollar aan advertentie-inkomsten uitbetaald aan de muziekindustrie. Het is voor concurrenten niet eenvoudig om tegen Google, dat eigenaar is van YouTube, op te boksen. “Je zou zelfs kunnen zeggen dat de verplichting ervoor zorgt dat dat de macht van Google alleen nog maar versterkt”, zegt Kulk. “Omdat het moeilijker wordt om toe te treden tot die markt.”

Toch is er ook nuance. Het voorstel dat de Europese Commissie heeft gedaan, kan nog aan alle kanten aangepast worden. “Bovendien spreekt de Europese Commissie bij het verplicht stellen van zo’n systeem ook over ‘grote hoeveelheden user-generated content'”, zegt Kulk. “Dus je zou kunnen beargumenteren dat je daar, als kleine partij, nog niet mee te maken hebt. Dat is voor zowel gebruikers als auteursrechthebbenden fijner. Gezonde concurrentie tussen verschillende platforms biedt immers de mogelijkheid om voor één platform te kiezen.

De goede wil van Google

Hoewel het voorstel van de Europese Commissie nog niet helemaal rond is, gaat het er volgens Kulk uiteindelijk wel voor zorgen dat de auteursrechthebbenden beter worden beschermd. Niet alleen YouTube, maar alle platformen die te maken hebben met user-generated content zullen meer verantwoordelijkheid krijgen. Denk aan Vimeo, SoundCloud, Facebook en Dailymotion.

“Ik vind wel dat er in de regels meer rekening gehouden moet worden de zwakke positie van de gebruiker”, zegt Kulk. “De Europese Commissie wil dat de platforms en de auteursrechthebbenden met elkaar om de tafel gaan. De gebruiker valt er eigenlijk een beetje tussenin. Die heeft eigenlijk helemaal geen sterke onderhandelingspositie. Waarom zou daar geen organisatie bij aan mogen sluiten die de belangen van consumenten vertegenwoordigt?”

Voor transparantie zijn we nu nog afhankelijk van de goede wil van Google - Stefan Kulk“Uiteindelijk is het Google die als de slager zijn eigen vlees keurt. Zij beheren het systeem dat de beslissing neemt. Eigenlijk wil je dat een onafhankelijke instantie iets over een verwijdering vindt. Maar dat is niet te doen natuurlijk, met de hoeveelheid aan materiaal dat geüpload wordt. Google heeft ook zijn eigen belangen natuurlijk. Dat is vanuit het oogpunt van de onafhankelijkheid niet goed. Het is voor de gebruiker bijvoorbeeld belangrijk om, zonder al te veel risico, te kunnen beweren dat hij géén inbreuk op auteursrecht maakt.”

“Om die controle te vergroten, zou een platform ook verplicht transparanter moeten zijn over wat het verwijderen, door wie, en hoe vaak gebruikers daar tegenin gaan”, betoogt Kulk. “Als je ziet dat gebruikers geen bezwaar maken, kun je je afvragen of dat systeem wel goed werkt. Transparantie is niet per se de oplossing, maar kan wel een stap zijn in controle. Op dit moment doet Google dat nog netjes, maar het is nog wel afhankelijk van zijn goede wil van Google. Het is geen wettelijke verplichting.”

“Google is nu de grootste partij, maar dat wil niet zeggen dat het altijd dominant blijft. En het gaat ook om burgerrechten uiteindelijk. Het recht om onze vrijheid van meningsuiting, misschien gaat het ook om privacy. En je kunt wat mij betreft niet afhankelijk zijn van of Google zin heeft om daar een goede oplossing voor te bieden.”