Autoriteit Persoonsgegevens: ‘Aftapwet schendt burgerrechten’

De nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel aftapwet genoemd, schendt de rechten van gewone burgers. Dat schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer. De wet voldoet volgens de autoriteit niet aan de voorwaarden van uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

De vernieuwde Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten geeft de AIVD en MIVD de bevoegdheid om grote hoeveelheden data in één keer af te stappen. Nu mogen de diensten alleen gerichte taps plaatsen. De nieuwe bevoegdheid kan volgens de privacywaakhond de bescherming van een persoonlijke levenssfeer van burgers in gevaar brengen.

Ook vreest de autoriteit dat de vrijheid van meningsuiting in het geding komt. Als mensen of organisaties weten dat hun communicatie onderschept kan worden, kan dat leiden tot een situatie waarin zij niet durven te zeggen wat ze denken. Dit wordt het chilling effect genoemd.

Noodzaak en toezicht

De Autoriteit Persoonsgegevens vindt dat de noodzaak voor de nieuwe bevoegdheden niet goed genoeg wordt afgezet tegen de mogelijke risico’s. “Een dergelijke fundamentele beschouwing is volgens de AP nodig om de noodzaak van het wetsvoorstel daadwerkelijk afdoende te kunnen onderbouwen: alleen op die manier kan immers worden beoordeeld of er in een democratische samenleving als Nederland plaats is voor de bevoegdheden van de diensten, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel”, schrijft de privacywaakhond daarover.

Ook heeft de autoriteit kritiek op de manier waarop het toezicht op de inlichtingendiensten is geregeld. De Raad van State uitte daar eerder ook al zijn twijfels over. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens voldoet het toezicht in de wet in de huidige vorm niet aan onafhankelijkheid en effectiviteit die het zou moeten hebben.

Voor het toezicht wordt een nieuw orgaan opgericht, de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Die commissie gaat mede samen met de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) het werk van de inlichtingendiensten controleren.

De autoriteit uit zijn twijfels over de verhouding van dit nieuwe orgaan tot de CTIVD. De TIB moet vooraf oordelen of het werk van de inlichtingendiensten gegrond is. Om tot dat oordeel te komen, heeft de commissie echter geen onderzoeksbevoegdheden. Wel zijn de uitspraken van deze commissie bindend.

De CTIVD heeft die onderzoeksbevoegdheden wel, ook nu al. Maar wat de CTIVD zegt, is niet bindend. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens zorgt dat ervoor dat de TIB te weinig mogelijkheden heeft om een goed oordeel te kunnen vellen over het werk van de inlichtingendiensten.