Brian David Johnson: ‘Ons grootste obstakel is een gebrek aan verbeeldingskracht’

De toekomst. Dat is waar auteur en docent Brian David Johnson zich grotendeels mee bezig houdt. Voor zijn functie als ‘futurist’ bij Intel is de Amerikaan regelmatig zo’n 10 tot 15 jaar voor ons uit te vinden en komt hij volgens zijn vrouw alleen in de weekenden nog thuis om even te ontspannen. We hadden gisteren de kans om even kort met Johnson te spreken in San Francisco.

“Ik begon zo’n 10 jaar geleden met werken bij Intel en sinds die tijd ben ik bezig geweest met het nadenken over het technologische landschap van 10 tot 15 jaar in de toekomst”, legt Johnson uit. Hij was Intel’s eerste officiële futurist. Zijn taak mag dus duidelijk zijn: Het zetten van een stip op de horizon waar het hele bedrijf naar toe mag werken.

Het is een baan met twee gezichten, aldus de Amerikaan. “Aan de ene kant ben ik aan het werk met mijn collega’s in het Intel Lab. Engineers, sociologen, datawetenschappers, zelf een econoom. Samen praten we vooral veel. We discussiëren: Hoe gebruiken mensen technologie? Maar ook breder: Hoe leven ze? Wat en waar eten en drinken ze? Wat is hun religie? Hoe zijn mensen eigenlijk mensen?”.

Niet nu, maar over 10 tot 15 jaar dus. Johnson’s werk leidt tot zogenaamde ‘futurecasts’. Dat zijn eerder verwachtingen dan voorspellingen van ons leven zoveel jaren verderop.

Aan de andere kant is hij vooral op pad. Werken naar zo’n toekomst doe je als bedrijf namelijk niet alleen en daarom is Johnson het grootste deel van zijn werk onderweg. Naar congressen en events, maar ook ontmoetingen met overheden, bedrijfsleven en opleidingsinstituten. “We vertellen veel, maar luisteren ook. We kunnen niet alles weten en we kunnen het zeker niet in ons eentje bouwen”, is zijn mening.

Johnson wordt in de media vaak weggezet als “waarzegger” of “toekomstvoorspeller”, maar dat is hem te makkelijk. De Intel man heeft naar eigen zeggen niet zo’n drang om iets juist te voorspellen, maar haalt zijn geluk vooral uit het juist interpreteren van de toekomst. Bijvoorbeeld wanneer Intel dingen ontwikkelt die aansluiten op de toekomstvisie die hij van de wereld heeft geschetst, of deze zelfs krachtiger maken.

De enige zekerheid is onzekerheid

Daarmee maakt hij het zichzelf alles behalve makkelijk. Het betekent dat Johnson na het maken van een ‘futurecast’ allereerst begint met het terugredeneren (of ‘backcasten’) van zijn theorie om hier milestones en indicatoren aan te hangen. “En dan houdt mijn werk natuurlijk niet op. Vanaf dat moment ben ik bezig met het lezen en analyseren van alle huidige ontwikkelingen om te zien of ze aansluiten bij onze indicatoren”. Johnson toetst op deze manier de voortgang van zijn futurecast.

We vertellen onze engineers altijd twee dingen die ze zich als volledige waarheid moeten aannemen. Ten eerste: op basis van onze extensieve onderzoeken en scherpe analyse, is onze futurecast voor de volle 100% een volledig waarheidsgetrouw beeld van hoe het leven er over 5 tot 10 jaar uit ziet. Ten tweede: Je kunt er voor 100% vanuit gaan dat dingen kunnen veranderen.

“Het is de zegen en de vloek van mijn werk: de machine is constant in beweging en bestaat uit duizenden kleine machines die ook allemaal in beweging zijn”. Jezelf aanpassen is dus onvermijdelijk: “Je kunt die onzekerheid niet loskoppelen van ons werk en dat wil ik ook niet. Onzekerheid is een vruchtbare grond voor nieuwe kansen”. Iets als vaststaand feit definiëren is volgens Johnson dodelijk: “Zodra je iets voorziet van een illusie van zekerheid, voorzie je het van een uiterlijke houdbaarheidsdatum”.

Een idee hoe zo’n indicator er uitziet, geeft de Amerikaan wanneer ik informeer naar ‘het geheime leven van data’. In 2011 liet Johnson zich in een interview met Forbes ontvallen dat de belangrijkste aandachtspunten voor het jaar 2020 wat hem betreft “het geheime leven van data” en de impact van algoritmes op ons dagelijks leven zouden zijn.

Temidden van de “data revolutie” die momenteel gaande is, zou je kunnen stellen dat deze innovatie zo’n 7 tot 8 jaar voor ligt op schema. Zat Johnson er naast?

“Het idee van die anekdote had alles te maken met het bereiken van een massa. Begrijp me niet verkeerd, we mogen blij zijn met de aandacht die het onderwerp nu krijgt en het is een verademing om mensen nu al te horen praten over hun data als een extensie van zich zelf, maar we zijn nog niet daar waar ik ons toen geplaatst heb”.

De opkomst van wearables

Een fikse aanjager is de opkomst van de zogenaamde wearable tech of wearables. Volgens onderzoek van andere Intel-divisies dragen in het jaar 2020 mensen gemiddeld zo’n 6 connected smart devices en genereren we individueel tot die tijd maar liefst 5200 GB aan data. Je zou dus verwachten dat de Amerikaan er rekening mee houdt dat dit ons dagelijks leven immens gaat beïnvloeden?

“Nee. Absoluut niet, zelfs”, antwoordt Johnson resoluut. “Wanneer je ergens al futurist binnenkomt, willen mensen al snel weten wat de volgende innovatie gaat worden die ons leven omver gaat gooien. Men wil Thunderbirds, de Jetsons. Ik verbaas me daarover. Ik bedoel, ik waardeer mijn huidige leven enorm, ik wil dat sommige dingen verbeteren, niet radicaal veranderen.”

“Dat gezegd hebbende: ik ben dol op wearables en juich de opkomst van de innovatie toe. Want eerlijk is eerlijk: in de nabije toekomst zijn er alleen maar redenen om je over te geven aan deze ontwikkeling: gezondheid, communicatie, basale menselijke behoeftes”.

Mijn doelstelling is om technologie te creëren die het leven van mensen juist niet drastisch verandert. Ik bedoel: wie zijn wij om het leven van mensen op zijn kop te zetten? Dat is toch verschrikkelijk?

De interactie tussen mens en machine

Volgens Johnson is er iets consequent niet in orde, als we de huidige interactie tussen mens en machine bekijken: “Op het moment vragen onze apparaten, smartphones, desktops en notebooks ons dingen op een manier die we nooit zouden tolereren van een ander mens. Nieuwe generaties technologie moeten ons ondersteunen in het meer menselijk zijn. Onderling, maar ook tussen mens en machine.”

Ons grootste obstakel is een gebrek aan verbeeldingskracht. Het is onze verbeeldingskracht als techneuten en onze verbeeldingskracht als menselijk ras.

Johnson krabt achter zijn oren en graait snel naar zijn smartphone. “Weet je, misschien is dit nog wel het best voorbeeld. Elke hardwarefreak benadrukt dat de huidige generatie smartphones meer technologie in zich heeft dan de raket die de VS naar de maan en terug bracht”.

De Amerikaan schudt zijn hoofd. “Maar doet het iets vergelijkbaars voor mij persoonlijk? Kent hij me beter dan elk ander device om me heen? Helaas.”

Het mes snijdt wat betreft Johnson aan twee kanten: “Als technologen hebben we te maken met een extreem gebrek van verbeeldingskracht. Als we alleen maar in staat zijn om al deze innovaties, al deze hardware, software en big data, te gebruiken om meer spullen te verkopen, meer tweets te verzenden of meer Facebook updates te plaatsen, moeten we ons diep schamen”.

Maar ook eindgebruikers treffen schuld: “Er is aan die kant te veel angst voor progressie. Dat is heel menselijk, maar tevens een blok aan ons been. Het is haast onmogelijk om je voor te stellen dat de volgende versie van ons leven echt zoveel zal verschillen als mogelijk is, omdat je weet dat de maatschappij een rem zal hanteren”.

Vliegende auto’s en de opkomst van robots

Die rem was ook de afgelopen dagen voelbaar en vaak tastbaar in de vorm van vragen van de aanwezige (niet direct gerelateerde) media. Privacy, eigendom, de veiligheid van de informatiestromen, alle ‘usual suspects’ kwamen de afgelopen dagen voorbij tijdens het Intel event in San Francisco.

“Wanneer ik de wereld over reis met onze futurecasts zijn er twee vragen die ik bijna altijd wel krijg: Wanneer krijgen we vliegende auto’s en wanneer nemen de robots onze wereld over? Kort daarop volgen de logische discussies over privacy en eigendom”.

Johnson ziet de discussies niet als hinderlijk of een nodeloos onderhoud. Hij omarmt ze zelfs: “Persoonlijk vind ik de discussie rond deze onderwerpen een bijzonder positieve ontwikkeling. Ik bedoel: Vijf, nee, zelfs drie jaar geleden was de massa geenszins bezig met hun privacy. Men vroeg zich niet af wie de baas was over de informatie. Vandaag de dag gaan mensen de discussie aan, het is geen binaire kwestie meer van ‘ja’ of ‘nee’. Dat is een goede ontwikkeling”.

De maatschappij blijft verantwoordelijk

Het debat over deze onderwerpen is volgens Johnson dan ook het meest interessant. Volgens de futurist is er namelijk ook veel van de angst uit terug te lezen die de maatschappij heeft ten opzichte van vernieuwing. “Maar hoe je het went of keert, uiteindelijk beslist de technologie niet over de uitkomst van dit debat. Dat doen wij, als maatschappij. Het voeren van het debat is een eerste en uiterst noodzakelijke stap”.

Hoewel veel ontwikkelingen angst lijken in te boezemen bij de massa, probeert Johnson het vanuit een ander perspectief te bekijken: “Zodra ik me realiseer dat ik iets zie waarvan ik denk: ‘dat kan nog wel eens tot een reactie leiden’, probeer ik het anders te benaderen. Hoe zorg ik er voor dat mensen inderdaad baas blijven over eigen data? Welke zorgen heeft men en hoe haal ik ze weg?”

Pas wanneer die eerste zorgen weg genomen zijn, kunnen we volgens Johnson gaan kijken naar de manier waar de maatschappij zijn verantwoordelijkheid kan nemen bij de integratie van nieuwe technologie. “Het is een hele menselijke reactie om het gereedschap de schuld te geven wanneer het mis gaat”, aldus de Amerikaan.

“Maar, een hamer kan ook gebruikt worden om iemand het hoofd in te slaan. Het zijn de sociale en culturele regels die we hiertegen als maatschappij in plaats brengen. Een huis bouwen met een hamer is goed, iemand een klap op zijn kop geven met het gereedschap is verkeerd”.