CES 2016: De drie uitdagingen voor de smart home-markt
Elger van der Wel
De CES in Las Vegas is nog in volle gang, maar de presentaties van nieuwe producten zijn inmiddels achter de rug. Hierdoor hebben we een aardig beeld van wat de diverse electronicafabrikanten komend jaar op de markt willen brengen en met wat voor innovaties ze bezig zijn. Gisteren keken we al even naar de ontwikkelingen op het gebied van fitnesstrackers en wearables, vandaag duiken we het in het slimme huis.
Het is inmiddels ruim vier jaar geleden dat Nest zijn eerste slimme thermostaat aankondigde en ruim drie jaar na de introductie van de Philips Hue-lamp. Het waren de eerste voorbeelden van gebruiksvriendelijke smart home-producten. Er is al langer allerlei domotica op de markt, maar dat is meer iets voor de echte hobbyisten. Philips en Nest maakten kant-en-klare producten met aandacht voor gemak en design.
De afgelopen jaren zagen we vooral heel veel nieuwe producten op de markt komen in lijn met de Philips Hue en de Nest-thermostaat. Een heleboel slimme lampen, veel slimme thermostaten, aangevuld met slimme sloten, beveiligingscamera’s en rookmelders.
Het probleem is echter dat al deze fabrikanten grotendeels hun eigen ding deden. Een rookmelder van Nest werkt samen met de thermostaat van Nest en een beveiligingscamera van Nest. De Nest en Philips Hue staan ieder lekker op hunzelf.
Verschillende bedrijven proberen al een tijdje in het hierdoor gecreëerde gat te springen en dat zijn niet te minsten. Apple heeft HomeKit, Samsung heeft SmartThings en Google heeft Brillo en Weave.
Het resultaat? Op deze CES zien we meer smart home-producten dan we ooit zagen. En dan vooral meer thermostaten, meer beveiligingscamera’s, meer sloten. Ik heb eigenlijk weinig tot niets revolutionairs gezien op dat vlak. Maar misschien nog wel zorgelijker: alle producten ondersteunen compleet andere standaarden. Niet alleen werken sommige producten via wifi, anderen via Bluetooth en weer anderen via speciale Internet of Things-protocollen als Zigbee. Ook ondersteunen ze allemaal andere ecosystemen.
Sommige producten hebben HomeKit-ondersteuning, andere fabrikanten zijn druk met Brillo en Weave en andere fabrikanten kiezen voorlopig enkel nog voor samenwerking met hun eigen andere producten en misschien enkele specifieke producten van concurrenten. Een enkeling gaat voor een bredere ondersteuning, zoals de nieuwe Honeywell Lyric-thermostaat die zowel Samsung SmartThings, als Apple HomeKit ondersteunt.
We hebben er dus een heleboel producten bij gekregen, die vooral meer van hetzelfde doen en bijdragen aan verdere fragmentatie van een piepjonge markt. Da’s overigens iets wat je vaak ziet gebeuren bij innovatie en wat zich waarschijnlijk vanzelf oplost door standaardisering of door één of twee bedrijven die de markt gaan domineren.
Hoe dan ook: op dit moment zijn er in mijn ogen drie grote problemen als het gaan om smart home-producten, die dienen te worden opgelost.
1. Duidelijkheid
HomeKit? SmartThings? Weave? Nest? Friends with Hue? En wat doet een slimme thermostaat nu precies? Ik vind het al enorm lastig om alle producten en standaarden die er op dit moment zijn te begrijpen en ik ben er dagelijks mee bezig. Hoe moet dat zijn voor de gewone consument?
Nu hoeft een consument ook niet alles te begrijpen. De meeste mensen snappen ook niet hoe het nu precies zit met Android en de verschillende versies daarvan, maar ze gebruiken wel de hele dag een smartphone. Maar het moet in ieder geval wel duidelijk zijn of iets samenwerkt met iets anders, hoe je het installeert en wat je er nu precies mee kan. Zelfs die vragen worden vaak slecht beantwoordt door fabrikanten.
2. Zekerheid
Digitale techniek veroudert snel, terwijl je van je spullen in huis niet om de paar jaar een nieuwe wil kopen. Een computer en een smartphone vervang je na enkele jaren, maar om nu ook je thermostaat en lampen na een paar jaar alweer weg te kunnen gooien, is iets waar niemand op zit te wachten.
Natuurlijk is het niet zeker of dit ook echt nodig is. Een deel van de echte innovatie en intelligentie zit niet in de hardware van de apparaten maar in de software en in de systemen die de apparaten aansturen. Maar toch biedt dat geen zekerheid omdat er zoveel verschillende standaarden en ecosystemen zijn. Je kunt nu wel allemaal apparaten met HomeKit-ondersteuning kopen, maar wie zegt er dat HomeKit met vijf jaar nog bestaat en dat ook nieuwe apparatuur het ondersteunt?
3. Nut
Misschien wel het allerbelangrijkste is uiteindelijk dat het nut nog zeer beperkt is. Hoezo is het nuttig om je huis te besturen via je televisie? En wat moet ik hemelsnaam met die slimme koelkast van Samsung? De meerwaarde van producten is vaak onduidelijk en als hij al duidelijk is: is het dan de investering waard?
Het is niet voor niets dat slimme thermostaten vaak in de markt worden gezet als systemen die helpen om energie te besparen. Energie besparen levert je geld op en dat vinden mensen nuttig. Vandaar ook dat daarnaast veel smart home-producten zich richten op veiligheid, ook daar zien mensen relatief veel nut in.
Gemak kan ook nuttig zijn, maar dat bieden alle producten nu eigenlijk maar beperkt. Daarvoor zijn samenwerkingen nodig en dan vooral echt slimme samenwerkingen. Daarvoor moet je huis veranderen in een robot die begrijpt wat je wil op welk moment en die ook samenwerkt met dingen buiten je huis, zoals bijvoorbeeld je energiemaatschappij. Samenwerkingen en verdere ontwikkeling van kunstmatige intelligentie zijn daarvoor vereist.
In 2016 gaan we vast nog stappen op dat vlak zien. De CES is in dat opzicht ook niet de plek waar we dat moeten verwachten, omdat het een echte hardwar-beurs is, terwijl het de software is die aan zet is.
Er ligt in ieder geval een enorme uitdaging voor de markt en ik ben benieuwd waar we over een jaar, na de CES van 2017, staan. Ik vrees het ergste…