De ontwikkelingen op het gebied van Internet of Things kunnen zorgen dat de wereld een stuk ingewikkelder wordt voor mensen. Dat stelt de UX-consultant Claire Rowland. “Bij voorwerpen kun je makkelijk zien wat het doet, maar langzaamaan wordt het uiterlijk niet meer bepalend voor wat iets doet. En het feit dat voorwerpen op grote afstand andere voorwerpen kunnen bedienen of volledig autonoom werken maakt het nog ingewikkelder.”
“We moeten een manier vinden hoe mensen kunnen weten wat dingen doen”, aldus Rowland. Ze werkt al een aantal jaar als adviseur op het gebied van user experience van Internet of Things-producten en is de hoofdauteur van het boek ‘Designing Connected Products: UX design for the internet of things‘. Komende vrijdag spreekt ze op ThingsCon in Amsterdam.
Nut
Claire RowlandDe Britse Claire Rowland is UX- en productconsultant op het gebied van Internet of Things. Ze werkte onder meer voor Fjord en AlertMe en schreef mee aan het boek Designing Connected Products: UX design for the internet of things.Volgens Rowland is het allerbelangrijkste bij Internet of Things-producten voor consumenten dat het gebruikers wat oplevert. “Bij bedrijven is het makkelijker om te kijken wat er te winnen is. Er zijn wat interessante consumentenproducten, maar veel zijn niet nuttig. Wat is de werkelijke waarde van slimme koelkast of een connected waterkoker?” Pas daarna is het ontwerp en de gebruikerservaring van een product belangrijk. “Als mensen het niet willen, dan maakt de rest van het design niet uit.” Op dit moment vindt Rowland het slimmer omgaan met energie in huizen de beste toepassing van het Internet of Things. Het zijn de producten waar ze het tot nu het meeste aan heeft gewerkt. “Minder energie gebruiken door mensen ook meer inzicht te geven in wat ze gebruiken. Dat is interessanter dan een apparaat dat je op afstand aan kunt zetten.”
Rowland verwacht dat we gaan zien dat veel apparaten om een vrij eenvoudige reden uitgerust worden met een internetverbinding en dat er vervolgens meer nuttige toepassingen worden ontwikkeld. “Het is heel goedkoop om connectiviteit toe te voegen aan apparaten. Bijvoorbeeld om een koelkast een seintje te laten geven als er iets stuk. Daarna gaan mensen meer functionaliteiten bouwen omdat de apparaten toch al een internetverbinding hebben.”
Problemen en uitdagingen
Het is waarschijnlijk nog wel even een zootje Deel deze quoteDe grootste uitdaging wordt het laten samenwerken van alle apparaten. “Wie reguleert dat?”, vraagt ze zich hardop af. “Het mooiste zou zijn als we toe gaan naar open standaarden, zoals we die ook hebben bij het internet; dan kan alles samenwerken. Je ziet nu echter vooral dat bedrijven hun API’s onderling voor elkaar open gooien. Hierdoor ontstaan een soort gesloten ecosystemen.” Ze doelt hiermee op bijvoorbeeld HomeKit van Apple en Samsungs Smartthings.
“Ik verwacht dat we uiteindelijk toegaan naar een mix van beiden. Sommige producten gebruiken open standaarden en andere zijn gesloten. Het is waarschijnlijk nog wel even een zootje.”
Dit vindt ze echter vanuit haar perspectief niet het interessantste probleem. Ze vindt het belangrijker dat je straks systemen moet ontwerpen die niet te complex worden als ze bestaan uit 50-60 apparaten die in huis met elkaar samenwerken. “Tot nu toe heeft niemand dat probleem opgelost.”
Het vakgebied van User Experience verschuift dan ook langzaam van productniveau naar de UX van een compleet systeem. Gedistribueerde UX, zoals Rowland het noent. “Je kunt niet beslissen over het design voor een individueel product of voor één enkele app. Je moet ontwerpen voor een heleboel producten. Waarbij je ook rekening moet houden met vertraging of betrouwbaarheidsissues.”