CleVR: De startup die VR-games maakt voor in de gezondheidszorg
Tosca Abrahams
Bij virtual reality (VR) denk je waarschijnlijk direct aan entertainment toepassingen zoals VR-games en bijvoorbeeld de VR-bioscoop die afgelopen jaar in Amsterdam werd geopend. De Nederlandse startup CleVR laat echter zien dat er een nog veel waardevollere toepassing is voor VR: de gezondheidszorg.
CleVR is ontstaan uit een samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, de TU Delft en de GGZ. De partijen onderzochten samen hoe diverse behandelingen in de gezondheidszorg effectiever gemaakt konden worden. Dit onderzoek verwerkte Guntur Sandino in zijn afstudeeropdracht dat in 2010 uitmondde in de startup CleVR.
CleVR specialiseert zich in het ontwikkelen van nieuwe, wetenschappelijk gevalideerde behandelmethodes voor bijvoorbeeld het behandelen van angststoornissen. Kenmerkend voor de startup is dat ze daarvoor gebruik maken van de behandelmethode genaamd Virtual Reality Exposure Therapy (VRET).
Virtual Reality Exposure Therapy (VRET)
Exposure Therapy is een naam voor therapieën waarbij iemand met hoogtevrees bijvoorbeeld ook echt de hoogte in gaat. Deze manier van behandelen is echter vrij duur, omdat een behandelaar daar veel tijd voor moet vrij maken. CleVR maakt daarom speciale VR-werelden die de situaties die als angstig worden ervaren nabootst. Therapeuten hoeven daardoor niet meer met patiënten naar locatie wat veel tijd en kosten scheelt.
Volgens Sandino is dit niet het enige voordeel aan het behandelen van patiënten met VR. De VR-therapieën zorgen er namelijk ook voor dat het slagingspercentages van behandelingen veel hoger is dan met ‘normale’ behandelingen.
Sandino legt dit uit aan de hand van het voorbeeld van iemand met een psychose die voornamelijk angstig is voor vrouwen. Een behandelaar kan zo’n iemand meenemen naar een café, maar het aantal vrouwen in dat café kan hij moeilijk beïnvloeden.
Personaliseren van de VR-werelden
Met de speciale therapieën die Sandino aanbiedt is dit wel mogelijk. CleVR maakt namelijk geen gebruik van de standaard 360-gradenvideo’s die vaak bij VR gebruikt worden. In plaats daarvan werkt een team van ontwikkelaars aan dynamische VR-werelden, een soort animatiewerelden.
Het voordeel hiervan is dat deze situaties en omgevingen op iedere patiënt persoonlijk kunnen worden aangepast. Therapeuten kunnen bijvoorbeeld de etniciteit, het geslacht, het gedrag, de expressie van het gezicht en het aantal personen in een omgeving aanpassen.
CleVR doet zelf geen wetenschappelijk onderzoek naar de therapieën, maar zorgt enkel voor de software, hardware, ondersteuning en training. Zo doet het UMCG in samenwerking met diverse andere instellingen momenteel bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek naar effectiever behandelmethodes voor agressie-regulatie.
Aan de hand van het onderzoek maakt CleVR een prototype dat daarna getest, en als alles goed gaat, wetenschappelijk gevalideerd wordt. Daarna kan de software met bijbehorende hardware als computers en VR-brillen ook daadwerkelijk aangeboden worden aan bijvoorbeeld de GGZ. Dit is ook waar CleVR uiteindelijk zijn inkomsten vandaan haalt.
Momenteel bieden ongeveer tien GGZ-instellingen behandelingen aan voor psychoses en sociale fobieën. Voor deze behandeling kunnen patiënten in aanmerking komen door een verwijzing van de huisarts. Therapieën voor hoogtevrees en vliegangst worden sinds 2014 niet meer vergoed, omdat dit volgens de overheid een ’secundair-probleem’ is. Deze therapieën zijn echter nog wel te volgen via bijvoorbeeld Onbezorgdvliegen (Corendon) en Stichting Valk. De kosten daarvoor liggen tussen de 500 en 1500 euro.
Jezelf genezen van hoogtevrees
De samenwerking tussen CleVR en het UMCG is niet de enige samenwerking die momenteel loopt. Naast dit onderzoek is CleVR ook bezig met het ontwikkelen van VR-therapieën voor bijvoorbeeld autisme (animeren van emoties en aanleren van sociale vaardigheden) en is er een samenwerking met het brandwondencentrum. Door middel van VR wordt er bijvoorbeeld gekeken naar mogelijkheden om de pijn bij het verwisselen van verbanden te verminderen.
Het interessantst zijn misschien nog wel de mogelijkheden voor de toekomst. Zo wordt er bijvoorbeeld met de UVA en de TU Delft gekeken naar hoe de VR-therapieën ‘mobieler’ gemaakt kunnen worden. Voor iemand met een sociale fobie of psychose kan het bijvoorbeeld heel erg waardevol zijn wanneer de therapeut ook bij de patiënt thuis kan komen, of eventueel een behandeling op afstand.
Daarnaast wordt het nog interessant als iedereen in de toekomst een VR-bril thuis heeft liggen. Door middel van een virtuele coach is het dan misschien wel mogelijk om jezelf van hoogtevrees te genezen of jezelf bijvoorbeeld (extra) sociale vaardigheden aanleren.