Eén ding moet helder zijn: de discussie over de voor- en nadelen van technologie moet zeker niet zwart-wit gevoerd worden. “Een zwart-witdiscussie is veel te makkelijk”, zegt Corien Prins. “Kijk bijvoorbeeld naar de sleepwetdiscussie De uitdaging is om de balans te vinden tussen veiligheid, die we hoog achten, en privacy, die we ook hoog achten. Het is een wisselwerking. Ik ben geen tegenstander van technologie, maar ergens heeft het een grens.”
Corien PrinsCorien Prins is hoogleraar aan de Tilburg University en sinds april 2017 voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).Prins is sinds 1 april is voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), dat de overheid gevraagd en ongevraagd advies geeft. Van 2008 tot 2013 was Prins al lid van de raad. “De organisatie is sinds dat moment wel wat veranderd. Vroeger werkten we nog drie jaar lang aan een vuistdik rapport. De afgelopen jaren is de WRR flexibeler geworden. Door de opkomst van sociale media is de dynamiek in onze samenleving groter.” Dat betekent dat de WRR ook alert moet kijken naar wat er speelt in de samenleving. De afstand tussen maatschappij en een organisatie als de WRR is kleiner geworden. “Vroeger moest je een brief schrijven. Nu zitten we ook op Twitter. Maar dat wil niet zeggen dat wat op sociale media speelt voor ons leidend is. De WRR blijft een organisatie die zich richt op de langetermijnstrategie voor de regering.”
Prins is inmiddels vijf maanden voorzitter van de WRR. Bij haar aantreden kwam ze met een waarschuwing. De samenleving is kwetsbaar voor potentieel enorme schade, zei ze. De reden voor deze uitspraak? De, zoals ze het noemt, ‘opportunistische omgang met innovatie’.
Ik ben benieuwd waar Prins, naast voorzitter van de WRR ook hoogleraar Recht en Informatisering, op het gebied van opportunistische omgang met innovatie voor vreest. “Dan denk ik gelijk aan het Internet of Things”, is het antwoord. “Ik zie op welke opportunistische wijze bedrijven en overheden gegevens van mensen verzamelen en analyseren. Nog los van privacybezwaren: we bewaren die gegevens veel te lang.”