“Let’s get digital. Digital. Radio goes digital.” En dat dan gezongen op de melodie van de klassieker ‘Physical’ van Olivia Newton-John uit de 80’s. Vrijwel zeker heb je dit een keer langs horen komen op radio of televisie, want al jaren lang wordt het gebruikt om DAB+ te promoten.
Elger van der WelWekelijks schrijft Elger van der Wel een column over innovatie in de journalistiek en media. Deze week schrijft hij over DAB+, de digitale opvolger van FM.DAB+ is digitale radio via de ether. Het is de bedoeling dat deze technologie over een paar jaar de ouderwets FM-radio gaat vervangen. Waar bij FM daadwerkelijk een een geluidssignaal wordt verstuurd, maar dan op een veel hogere frequentie. Wordt bij DAB+ een digitaal signaal verstuurd dat bestaat uit geëncodeerde audio (de welbekende eentjes en nulletjes). Dit zorgt voor een betere geluidskwaliteit en maakt ruimte vrij voor meer zenders in de ether.
Dat klinkt als een goed idee met alleen maar voordelen, maar het probleem is dat je er een nieuwe radio voor nodig hebt. En dat is een serieus probleem, want we hebben overal FM-radio’s. In de auto, in de keuken en zelfs in sommige smartphones zit er één. En wat denk je van kantoren en bouwplaatsen waar ook nog steeds gewoon via de oudewetse FM naar de radio wordt geluisterd.
500.000 radio’s
innovatie bij de radio: “Klein detail: niemand koopt tot nu een DAB+-radio en in auto’s worden – in plaats van DAB+ – radio’s gebouwd waarmee je kunt streamen; ondertussen wordt radio nog massaal geconsumeerd via de ouderwetse FM.” Dat maakte nogal wat reacties los. Onder meer Menno Koningsberger, de Algemeen Directeur van Talpa Radio (Radio 538, Radio 10, Radio Veronica en Sky Radio) reageerde met de mededeling dat er tot nu toe 500.000 DAB+-radio’s zijn verkocht.
Twee maanden geleden schreef ik in een column overMeer dan 500.000 DAB+ radio's verkocht in Nederland. Dat is iets meer dan niemand @elger
— Menno Koningsberger (@mkoningsberger) July 25, 2017
Komende dinsdag vindt in Hilversum De Dag van Digitale Radio plaats. Een congres waarin wordt ingegaan op de ontwikkelingen op het gebied van DAB+. Van hoe het er voor staat met het inbouwen van DAB+-radio’s in auto’s tot het belang van goede communicatie om mensen te overtuigen van de aanschaf van DAB+. Een mooi moment om even in de feiten te duiken.
Het verhaal van DAB+ begint eigenlijk halverwege de jaren 90 toen de technologie van DAB, Digital Audio Broadcasting, werd ontwikkeld. Begin deze eeuw is ook in Nederland met deze technologie geëxperimenteerd, maar dat is nooit echt van de grond gekomen. Inmiddels werd ook al gewerkt aan de opvolger van DAB: DAB+.
Campagnes
Om te zorgen dat DAB+ überhaupt een succes kan worden, moeten er natuurlijk zenders zijn die uitzenden via DAB+. Alleen is het voor radiozenders natuurlijk niet interessant om te investeren in allerlei extra apparatuur om uit te zenden via DAB+ als niemand een bijbehorende ontvanger heeft. Het klassieke kip-ei-verhaal dus. Om dat te doorbreken heeft de overheid de uitrol van DAB+ in Nederland gekoppeld aan de uitgifte van FM-frequenties. De vergunning van de landelijke radiostations is in 2011 verlengd tot vorige maand, met als eis dat de stations zouden investeren in DAB+.
De verkoop van DAB+-radio's trekt niet echt aan Deel deze quoteDat laatste is gebeurd. Alle landelijke stations zenden nu al een aantal jaar uit op DAB+ en bieden ook nog extra zenders (met bijvoorbeeld nonstop muziek) aan middels deze technologie. Het Radio Advies Bureau, waarin alle landelijke en regionale, publieke en commerciële radiostations samenwerken, is vervolgens gestart met het promoten van DAB+. Onder meer door er voor te lobbyen dat winkels de benodigde radio’s gaan verkopen en dat de ontvangers worden ingebouwd in auto’s, maar ook met flinke marketingcampagnes.
Inmiddels heeft dat er dus toegeleid dat er ruim 500.000 DAB+-radio’s zijn verkocht sinds begin 2013. Da’s nog lang niet genoeg en de verkoop trekt ook niet echt aan, blijkt als je kijkt naar de cijfers van GfK. In 2014 werden er zo’n 50.000 DAB+-apparaten verkocht. Een jaar later waren dat er 100.000, een stijging van 100 procent. In 2016 waren het er echter maar 33 procent meer. Dat dus ondanks de actieve lobby en marketingcampagnes.