Numrush

Datacoup: verkoop je persoonlijke data voor $8 per maand

Dagelijks deel je middels tientallen tweets, status updates of je zoveelste selfie via Instagram hartstikke waardevolle informatie voor allerhande bedrijven. Informatie die je feitelijk gratis weggeeft. Zou je een bedrijf toegang geven tot een volledige stream van die informatie als ze je er voor zouden betalen?

“If the service is free, you’re probably the businessmodel”, het is een veelgehoorde quote wanneer het gaat om de eigendom van alle informatie die je deelt via sociale netwerken. Dagelijks delen we per persoon brokken met interessante informatie voor marketeers van allerlei bedrijven.

En dat doen we feitelijk gratis, want slimme ‘dataminers’ kunnen nu al hele datasets binnenhalen zonder er een stuiver voor te hoeven betalen. Dat moet anders, denkt men bij Datacoup.

Het Amerikaanse bedrijf wil de waarde van de data terugbrengen naar de originele eigenaar door te betalen voor toegang tot je Twitter- en Facebook-updates. Een prikkelende gedachte en dus is het volkomen logisch dat het initiatief veel aandacht kreeg aan het eind van vorig jaar.

Intussen draait Datacoup een pilot met zo’n 1500 deelnemers, die het New Yorkse bedrijf toegang hebben gegeven tot hun Twitter- en Facebook accounts plús de afschriften van een betaalrekening. Totale inkomsten voor de deelnemers? Een schamele $8 per maand.

En daar loopt het dappere initiatief een fikse deuk op. Want – uiteraard – is het businessmodel van Datacoup het op grote schaal doorverkopen van hele (geanonimiseerde) datacollecties van hun deelnemers.

Een soort centrale tap voor diezelfde marketeers, op zoek naar waardevolle informatie. Tot op heden heeft echter nog geen enkel bedrijf zich gemeldt in hun jacht naar data. Niet heel gek natuurlijk, als je bedenkt dat een deel van deze informatie dus ook gratis te krijgen is.

Maar misschien moet Datacoup zich nog wel het meest zorgen maken over de nieuwe aanmeldingen aan de kant van de individuele gebruikers. Immers, wanneer gebruikers zich bewust gaan bezighouden met de waarde van de informatie die zij delen, is het nog maar de vraag of daar een realistisch bedrag tegenover kan worden gezet.