Numrush

De toekomst van vervoer draait niet om de zelfrijdende auto

De toekomst van vervoer gaat niet zozeer over de zelfrijdende auto of over ride-sharing. Het gaat er om hoe binnen steden één geïntegreerd systeem wordt gecreëerd waarin alle manieren van vervoer samenkomen. Dat was de conclusie van een panel genaamd ‘Smart Cars, Smarter Cities: New Transit Tech’, dat gisteren werd gehouden op SXSW.

Voor het panel was een interessante mix van sprekers uitgekozen. Andrew Salzberg, Senior Operations Manager bij Uber; Ian Macbeth van de Londense overheidsorganisatie Transport for London die verantwoordelijk is voor al het openbaar vervoer en Susan Zielinski, die leidinggeeft aan SMART, een onderzoeksinstituut op het gebied van vervoer van Univeristy of Michigan.

Auto’s slimmer gebruiken

Smart cities is een heel onduidelijk en breed begrip Als het het gaat om de toekomst van vervoer in steden hebben we het vaak over smart cities, maar wat zijn dat nu precies. “Smart cities is een heel onduidelijk en breed begrip”, zegt Macbeth. “Als ik gewoon kijk naar de ontwikkelingen die we zien, dan is het vooral de smartphone die de afgelopen tien jaar de centrale rol speelde in hoe de stad en het vervoer daarbinnen veranderen.”

Bij Uber kijken ze er op hun eigen manier naar: “Smart is in onze ogen het slim gebruik maken van dingen die we al hebben en ons geval zijn dat de auto’s die mensen al hebben. Nu worden die inefficiënt gebruikt, er zit vaak maar één iemand in. Wij zorgen er met technologie voor om dat efficiënter te gebruiken”, zei Salzberg. Opvallend is dat hij Uber tijdens de hele sessie nooit neerzette als taxidienst, maar het enkel ging over het delen van auto’s.

Volgens Salzberg is het ongelofelijk belangrijk dat we onze auto’s slimmer gaan inzetten. “Minder auto’s op de weg door ze efficiënter te gebruiken; dat biedt mogelijkheden voor meer fietspaden en ruimte voor voetgangers in steden.” Macbeth is het daar mee eens: “En we moeten af van parkeren op straat, we kunnen in Londen zoveel doen met die ruimte.”

Gaan we uiteindelijk toe naar een situatie waarin we geen auto bezitten maar er enkel gebruik van maken? Salzberg: “Het enthousiasme voor het halen van je rijbewijs in de VS is volgens mij lager dan ooit. Maar voor nu bouwen we onze dienst op de huidige situatie en bouwen we een infrastructuur die zich makkelijk kan aanpassen aan veranderingen op dit vlak.”

Geïntegreerd systeem

We gaan naar geïntegreerd systeem van vervoer van deur tot deur Volgens Zielinski staat uiteindelijk centraal hoe we de verschillende manier van vervoer die er zijn in steden op een slimme manier aan elkaar gaan koppelen zodat mensen mobieler zijn en vervoer efficiënter wordt. “We gaan naar geïntegreerd systeem van vervoer van deur tot deur. Hierin komen de ontwikkelingen die we nu zien samen: van zelfrijdende auto’s tot ride-sharing.”

“Het biedt vooral kansen voor bedrijven die werken aan systemen die met elkaar samenwerken. Zij gaan het verschil maken in plaats van de afgesloten innovaties”, aldus Zielinski.

“Het gaat om het samenbrengen van de data van connected auto’s, openbaar vervoer en diensten als Uber”, bevestigt Macbeth. “In Londen zetten we al tests op om met allerlei partijen samen dingen uit te proberen.”

Volgens Zielinski wordt er steeds meer gesproken over mobility as a service. “Er wordt over nagedacht en het wordt al voorzichtig toegepast. In Finland, Zweden en Schotland gebeurt er veel op dat vlak. De vraag die alleen opkomt is: wie is eigenaar van data en het platform? We moeten manieren vinden om het open te houden en zorgen dat het niet bij één bedrijf komen te liggen. Daarnaast zien we er veel discussie is over wat er precies onderdeel van dat platform moet zijn, gaat het alleen om personenvervoer of bijvoorbeeld ook om goederen?”

Er moet publiek-private innovatie worden opgezet Belangrijk is dat het is waarbij de overheid en bedrijven moeten samenwerken. “We moeten kijken hoe publiek-private innovatie kan worden opgezet”, zegt Zielinski daarover. En ze benadrukt dat het daarbij niet zo is dat de overheid alles in eigen hand moeten houden. “Stadsbestuurders moet gaan zien dat ze niet alles zelf hoeven te doen, maar dat ze mogelijkheden moeten scheppen. Ecosystemen over sectoren heen bouwen. Hierdoor kun je een lokale economie opbouwen.”

Macbeth sluit zich hier bij aan en zegt dat dat ook al de aanpak is in Londen. En Salzberg van Uber zegt daarover: “Publieke-private samenwerkingen moeten geen 20-jarige grote contracten zijn. We worden inmiddels benaderd door overheden om experimenteren te doen, bijvoorbeeld om mensen naar bushaltes te brengen.”

Op termijn biedt deze ontwikkeling kansen. “Als je je rijbewijs verliest, bijvoorbeeld omdat je te oud wordt, verlies jein veel Amerikaanse steden je mobiliteit. Dat hoeft in de toekomst niet meer zo te zijn.”, zegt Salzberg daarover. Macbeth vult aan: “Oudere mensen verhuisden vroeger weg uit de stad, maar in Londen komen ze nu weer terug. Dat zorgt voor uitdagingen, die we met technologie kunnen oplossen.”

De sleutel is samenwerking, benadrukt Zielinski nog maar eens. Overheden en de diverse bedrijven moet dit samen gaan doen. Macbeth ziet het positief in: “Vijf jaar geleden spraken we nauwelijks met de autofabrikanten. Nu wel.” En op het gebied van het delen van data, ziet hij dat er steeds meer wordt gesproken over standaardisering. Op het hoogste niveau. “Maar eigenlijk is het veel interessanter wat er bij bedrijven onderling gebeurd.”

Alle drie de panelleden lijken vertrouwen te hebben in de ontwikkelingen die er nu zijn, maar er is vooral nog heel veel werk doen.