Jarenlang gold Minority Report als de must see film voor iedereen die zich bezig hield met user interface design of nieuwe technologie. Van de irisscan in de metro, tot de gigantische touch screens met motion control waarop Tom Cruise zijn case uitwerkt: Veel van de in 2002 verschenen film is inmiddels in meer of mindere mate werkelijkheid geworden. Datzelfde geldt over 10 jaar wellicht ook voor de nieuwe Joaquin Phoenix film Her.
In Her volgen we Theodore Twombly, een pas gescheiden en eenzame man die zijn geld verdient met het schrijven van handgeschreven liefdesbrieven voor anderen. Als hij op een dag een voice controlled personal assistent systeem aanschaft, verandert dat zijn leven. De stem die hem dagelijks te woord staat begint steeds meer te leven, en er ontstaat een innige liefde tussen Theodore en de stem in zijn computer en smartphone.
Volgens regisseur Spike Jonze, die zich voor het maken van deze film uitvoerig verdiepte in de toekomstvoorspellingen van futurist Ray Kurzweil, is Her niet op de eerste plaats een film over nieuwe technologie, maar over de band tussen mensen. Een van de eerste dingen die je waarschijnlijk direct opvalt bij het zien van de film, die in ‘de zeer nabije toekomst’ speelt, is dat technologie opvallend afwezig is in het leven van de hoofdpersonages. Theodore gebruikt een desktop computer op zijn werk – spraakbestuurd, dus zonder toetsenbord – maar thuis heeft hij genoeg aan een smartphone die vooral totale eenvoud uitstraalt.
De verbinding met technologie speelt zich in de film vooral af via een onopvallend oortje dat de mensen dragen om met hun hardware te communiceren. Buiten dat praten ze normaal met elkaar en zijn ze niet continu afgeleid door één of ander digitaal apparaat. De wijze waarop Spike Jonze technologie in de film heeft geminimaliseerd is ronduit opvallend: Geen huiskamers die ingericht zijn met enorme televisieschermen, mensen met flashy headsets of flatgebouwen vol digitale billboards zoals je in veel typische sci-fi films ziet.
“Alhoewel smartphones en smart home systemen bedoeld zijn om ons leven makkelijker te maken, vragen ze op dit moment nog veel te veel van onze aandacht en tijd.” zegt Jonze. In de film heeft het huis van Theodore daarom geen controlepanelen: Als de hoofdpersoon thuis komt gaan simpelweg de lampen aan, op een stand die bij zijn gemoedstoestand past. “Alles is automatisch, omdat dat het meest efficient is”.
Over de momenteel opkomende trend van gebogen smartphones is Jonze dan ook niet erg enthousiast: “Wat voegt het toe? Ze zouden er voor moeten zorgen dat het apparaat goed in de hand ligt en ons leven daadwerkelijk makkelijker maakt”. In de film gebruikt Theodore zijn smartphone een stuk minder dan mensen vandaag de dag doen. Het apparaat is aanwezig, maar niet omnipresent. “Theodore Twombly lives in a world in which everything, not just the iPad, just works“.
Natuurlijk zijn alle designoplossingen ook bewuste keuzes geweest die bijdragen aan de sfeer van de gehele film, maar de regisseur vond het naar eigen zeggen ook belangrijk om een toekomstbeeld te schetsen waarin technologie simpelweg onzichtbaar verweven is in ons dagelijks leven, in plaats van dat het een hoofdrol speelt. Technologie is daarmee in wezen ondergeschikt aan de mens, het zet ons centraal in plaats van andersom. Het zou ons moeten stimuleren connecties te blijven maken in het echte leven, al maakt de film duidelijk dat dat juist onveranderd moeilijk blijft voor veel mensen.
In veel opzichten is Her dus juist een anti sci-fi film en een absolute aanrader als je geïnteresseerd bent in een totaal andere kijk op technologie en onze toekomst. Afgelopen weekend pikte de film al een Golden Globe op voor beste scenario en ook voor de Oscars wordt hij getipt. De film draait vanaf 27 februari in de Nederlandse bioscopen.