Wellicht kende je de A.M. Turing-awards nog niet, maar als we zeggen dat de prijs ook wel de ‘Nobelprijs voor computerexperts’ wordt genoemd, dan snap je vast het belang er van. Ieder jaar gaat de prijs naar een groep of individu die een grote invloed op de digitale wereld heeft gehad. Dit keer gaat de eer naar Whitfield Diffie en Martin E. Hellman, die in 1976 het Diffie-Hellman Protocol hebben uitgevonden. Een protocol dat nog steeds de basis is voor moderne encryptie.
Diffie en Hellman zijn de bedenkers van asymmetrische encryptie – waarbij een publieke sleutel de data vergrendelt en een privésleutel deze weer leesbaar maakt. Onder andere banken gebruiken deze versleuteling om betaaldata te vergrendelen. Volgens de prijsuitreikers hebben de twee pioniers hierdoor ‘triljoenen dollars’ beschermd. We hadden het eerder al over de werking van encryptie.
Het zal geen verrassing zijn dat de twee encryptie-pioniers worden geëerd. Versleuteling staat immers centraal in een groot debat tussen de FBI, Apple en meerdere andere grote techbedrijven. De FBI heeft de versleutelde iPhone van een terrorist, die Apple niet zomaar toegankelijk wil maken uit angst voor bredere gevolgen. Techbedrijven gebruiken versleuteling om de overheid buiten onze data te houden, iets waar de FBI, NSA en andere instanties graag verandering in brengen.
De prijswinnaars krijgen 1 miljoen dollar als beloning voor hun verstrekte diensten. Daarnaast worden de twee in het zonnetje gezet tijdens een ceremonie in San Francisco op 11 juni.