Numrush

Esports en Het Oranjegevoel

Vorig weekend heb ik volop genoten van ‘Het Oranjegevoel‘. Niet alleen vanwege de Europese titel bij het vrouwenvoetbal, de bronzen plak van Daphne Schippers of het wereldrecord van Ranomi Kromowidjojo. In hetzelfde weekend streed ook het Nederlandse Overwatch team voor een plek in het eindtoernooi van de Overwatch World Cup.

Van vrijdag tot en met zondag speelde onze zes helden in de groepsfase, waarin ze overtuigend tweede werden. Ze wonnen met 4-0 van Polen en Oostenrijk, maar moesten hun meerdere erkennen in de heersend wereldkampioen Zuid-Korea. Een land dat dit weekend domineerde en de grote favoriet is voor de wereldtitel.

Met die tweede plek in de groep haalde Nederland de laatste zestien. Er moest nog één wedstrijd gespeeld worden tegen de winnaar van een andere poule: Canada. Zou Nederland winnen, dan zou ze naar de eindstrijd op Blizzcon gaan. Een droom voor veel pro gamers. Helaas bleek Canada te sterk en ligt Nederland uit het toernooi.

Landenteams

Dat landenteams het tegen elkaar opnemen bij esports is bijzonder. In tegenstelling tot traditionele sporten gebeurt het in esports maar weinig. Hoewel er vroeger de World Cyber Games waren – een soort Olympische Spelen voor esports – waar je als vertegenwoordiger van je land aan meedeed, wordt esports nu vooral gespeeld vanuit teams. Zoals dat bijvoorbeeld in de Champions League of de Tour de France ook gebeurt.

Dat betekent dat er niet heel veel momenten zijn waarop je echt voor je land kan zijn. Dat er niet veel momenten zijn waarop een heel land massaal achter een team kan gaan staan. Dat is jammer, want zo kan zich zelden een Oranjegevoel van mensen meester maken, zoals bij het EK van afgelopen maand.

Na het volgen van het Nederlandse Hearthstone en Overwatch team weet ik een ding zeker: Ik wil meer esports-toernooien met landenteams. Er is namelijk niets mooiers dan het ervaren van dat prachtige gevoel. Het Oranjegevoel.

Fan van een game

Waar je bij sport vaak fan bent van een club of team, geldt dat bij esports een stuk minder. Mensen die esports volgen zijn vaak vooral fan van een game. Meestal de game die ze zelf spelen, maar dat hoeft niet altijd. Het kan namelijk ook zo zijn dat ze een game gewoon erg vermakelijk vinden om te kijken.

Mensen die esports volgen zijn vaak vooral fan van een game Neem bijvoorbeeld The International die deze week wordt gespeeld. Er doet geen Nederlander of Nederlands team aan mee en toch vind ik het fantastisch om te kijken. Ook al speel ik al drie jaar geen Dota 2 meer. Natuurlijk heb ik wel teams waar ik een voorkeur voor heb, maar ik wil vooral mooie wedstrijden zien.

Zonder landgenoten of landenteams is het lastig om een game interessant te maken voor een breder publiek. Formule 1 zou voor veel Nederlanders ook een stuk minder interessant zijn zonder Max Verstappen met kansen op een podium. Het Oranjegevoel is daarom in mijn ogen een essentieel onderdeel voor de echte doorbraak van esports in Nederland, net zoals het vrouwenvoetbal dat afgelopen maand deed.

Landgenoten

Ik ben de eerste die toe zal geven dat hij eerder voor een team is wanneer er een Nederlander in speelt. Of dat ik voornamelijk de wedstrijden van Nederlanders kijk wanneer het gaat om esports-toernooien. Dat komt simpelweg omdat een landgenoot het makkelijk maakt om een favoriet te kiezen. Om iemand te hebben waar je fan van bent, omdat je je verbonden voelt met die persoon.

Er zijn aardig wat verschillen tussen traditionele sporten en esports, maar wat ze dus zeker gemeen hebben is de kracht van het Oranjegevoel Daar ben ik zeker niet de enige in. Als ik één ding heb geleerd in de jaren dat in content maak over esports, dan is het wel dat content over Nederlanders een stuk beter scoort dan algemene content over esports. Dat is misschien iets dat erg voor de hand ligt. Maar als je weet dat er niet veel Nederlanders meedoen op het hoogste niveau en fans vooral fan zijn van een game, dan is dat helemaal niet zo vanzelfsprekend.

Er zijn aardig wat verschillen tussen traditionele sporten en esports, maar wat ze dus zeker gemeen hebben is de kracht van het Oranjegevoel. Juichen voor je landgenoten.

Lokale en nationale helden

Met de komst van de E-Divisie hebben voetbalfans lokale clubhelden om voor te juichen. Een mooie stap. Maar een van lessen die tijdens het eerste seizoen werd geleerd, was dat er bij de E-Divisie veel minder haat en nijd was dan je soms tussen de voetbalfans ziet.

Met de komst van de E-Divisie hebben voetbalfans lokale clubhelden om voor te juichen Bij de digitale versie van de Eredivisie was het vooral samen genieten van het spelletje waarbij de clubvoorkeur iets naar de achtergrond verdween. Dus zie je ook bij een E-Divisie dat er ondanks de nadruk op clubs, vooral Nederlandse helden worden gecreëerd. Pro gamers die idolen worden voor iedere FIFA fan in het land in plaats van enkel en alleen fans van een specifiek club.

Het is daarom goed dat er steeds meer esports initiatieven komen in Nederland, zoals de E-Divisie, ESL Benelux, Dutch College League en Esports Game Arena. Dit zorgt voor een bredere voedingsbodem voor de ontwikkeling van nationaal talent.

Deze ontwikkeling moet uiteindelijk een enorme boost gaan geven aan esports in Nederland. Een boost zoals die van Jos Verstappen en zijn zoon Max bij Formule 1, Raymond van Barneveld en Michael van Gerwen bij darts en de voetbaldames afgelopen maand bij het vrouwenvoetbal.

Op dat punt zijn we met esports in Nederland nog niet en dat zal ook niet van de ene op de andere dag gebeuren. Ik droom namelijk al zeven jaar van die dag. De dag dat Nederlandse legioen achter een pro-gamer of esports team gaat staan en we met z’n allen baden in dat heerlijk Oranjegevoel.

Beelden via Blizzard