Formule E: Hoe lang duurt het nog voor Max elektrisch gaat?

Koen Vergeer

Dit weekend gaat het vierde seizoen van de Formule E van start. De elektrische raceklasse is booming.

Formule E, elektrisch racen: veel autosportliefhebbers kijken er nog altijd vreemd tegenaan. Logisch. Het maakt geen lawaai, dat allereerst. Racefans zijn gewend aan motorgebrul, aan lekkere vette herrie.

Koen VergeerKoen VergeerFormule 1 fanaat en autosport schrijver Koen Vergeer neemt je tijdens de winterstop mee langs de belangrijkste ontwikkelingen in de autosport. Dit keer: de opkomst van de Formule E!Bovendien rijden die opgevoerde stofzuigers op van die rare minicircuits, halverwege moeten de coureurs van auto wisselen omdat de batterij leeg is en ze doen ook nog eens alles op één dag: ze zijn alweer weg voor je het weet. En je weet ook niet waar en wanneer ze weer opduiken. Wie racet er dan ook in de winter?

En toch: Formule E is booming. Het vierde seizoen gaat dit weekend beginnen in Hong Kong. Steeds meer aansprekende wereldsteden halen graag deze Healthy Urban-raceserie in huis: New York, Montréal, Parijs, Mexico City, Rome, Berlijn.

Maar ook de grote autofabrikanten staan inmiddels te dringen om mee te doen. Renault en Jaguar waren er al, dit jaar stapt Audi in en de komende jaren volgen ook BMW, Porsche, Mercedes, Nissan en misschien wel Ferrari…

Echt racen

Hoe kan het dat zo’n ingewikkelde raceserie zo ontzettend aan het groeien is? En wordt het een bedreiging voor andere raceseries, zoals de Formule 1? Ter introductie zal ik hier een paar opvallende aspecten van de Formule E op een rij zetten.

Om te beginnen is het vooral racen. Echt racen. Op 13 september 2014 vond in Beijng de allereerste Formule E-race in de historie plaats. Kijk hoezeer Nick Heidfeld en Nicolas Prost tot het uiterste gaan om die allereerste race op hun naam te schrijven:

Het hoeft niet altijd zo mis te lopen. Maar twintig auto’s tegelijk door die nauwe stratencircuits, dat staat wel garant voor het nodige duw- en trekwerk, zoals afgelopen zomer in New York:

Meer dan een race

De Formule E is echter meer dan zomaar een raceserie. De organisatie, volop gesteund door de FIA, presenteert de serie graag als de raceklasse die bezig is met de verandering van ons denken over klimaat, stad en mobiliteit. Hier een paar zinsneden uit hun statements over duurzaamheid:

De Formule E verlegt grenzen, op zoek naar wat autosport kan zijn in een unieke mix van show, duurzaamheid, technologie en innovatie. We strijden tegen de klimaatverandering door de weerstand tegen elektrisch rijden te doorbreken en het te presenteren als een oplossing voor de luchtvervuiling in grote steden. Wij zijn niet zomaar een raceserie.

Wij zijn een technologische en duurzame proeftuin waar vooruitstrevende bedrijven binnen en buiten de motorsport zaken als mobiliteit en milieu kunnen aanpakken. Wij pionieren in de transitie naar slimme steden en een lage uitstoot-economie en –samenleving, door het publiek bekend te maken met elektrische auto’s en de enorme ecologische, sociale en economische voordelen die zij kunnen hebben voor de mens en voor de planeet.

Een raceserie als redder van het milieu? Geloof het of niet, ruim een jaar geleden werd in Marrakesh de eerste Formule E-race op het Afrikaanse continent verreden, als officieel onderdeel van de grote klimaatconferentie COP22 (de follow-up van COP21 de historische klimaatconferentie in Parijs).

Om aandacht te trekken voor het smeltende poolijs maakte Formule E een documentaire waarin Lucas Di Grassi een paar donuts draait op de Noordpool.

Dollartekens

Het klinkt natuurlijk allemaal heel mooi. Het is ook waar. Maar tegelijk zie je de dollartekens in de ogen van de auto-industrie. Daar is de transitie al in volle gang. Steeds meer autofabrikanten presenteren grootse plannen inzake het elektrisch rijden. Zij horen ook dat in allerlei landen de fossiele brandstofmotor aan banden gelegd gaat worden.

Afgelopen jaren presenteerden heel wat reguliere autobouwers hun eerste volledig elektrische modellen. Komend jaar komen de eerste auto’s op de markt. China denkt erover om in de nabije toekomst alleen nog de verkoop van elektrische auto’s toe te staan. In Engeland en Frankrijk wordt zelfs al een deadline genoemd. Vanaf 2040 worden daar alleen nog (deels) elektrische auto’s nieuw verkocht. In het regeerakkoord van Rutte III gaat Nederland zelfs nog verder en wordt als deadline 2030 genoemd.

Afgelopen jaren presenteerden heel wat reguliere autobouwers hun eerste volledig elektrische modellen. Komend jaar komen de eerste auto’s op de markt. Jaguar brengt de i-Pace, Audi de e-tron quattro. Audi heeft al aangekondigd dat vanaf 2025 één op de drie Audi’s elektrisch zal zijn.

De Formule E is voor deze autofabrikanten natuurlijk een perfect uithangbord voor hun ambities inzake milieuvriendelijkheid en innovatie.

Het geluid

Maar hoe zit dat nou met het geluid? In 2016 ben ik naar de e-Prix in Parijs gegaan. Ik wilde weten wat die Formule E was. Hoe het rook, hoe het voelde, en hoe het echt, van dichtbij, klonk.

Ik wilde weten wat die Formule E was. Hoe het rook, hoe het voelde, en hoe het echt, van dichtbij, klonk. Ik was verrast. Tijdens de ochtendtraining wachtte ik op de hoek van de Rue des Invalides tot de eerste auto’s één voor één langs kwamen vliegen. Whooo. Ze konden dan wel maximaal 225 km/u, op dat kleine smalle circuit was dat toch wel akelig hard.

Het zag er ook prachtig uit: raceauto’s die onder de Parijse platanen doorzoefden. Ja, dat was wel het meest bijzondere: langs de luifels van de café’s, langs het Musée Rodin, en rond de gouden koepel waaronder Napoleon in zijn praalgraf ligt. Gewoon midden in die overbekende stad.

En het geluid… Als een racewagen voorbij scheurt hoor je meestal alleen de motor brullen. Nu hoorde je een elektromotor spinnen, maar daardoor hoorde je ook de rest, het geklunk en geklonk van de hele auto: de ophanging, het schakelen binnenin, het ratelen over de plastic kerbs, piepende banden. Je hoorde het hele machientje werken. Dat is mooi. Bijzonder. Anders.

Toen ’s middags de race begon miste ik het overdonderende geluid van een racestart. Het is ook wat je gewend bent. Ik hou ervan als zo’n heel veld aan raceauto’s als een lawaai-tsunami door me heen raast. Hier kwam een rammelend wielerpeloton in harnas langs. Maar in 2017 opnieuw in Parijs vond ik het al een stuk minder vreemd. Het giert, het rammelt, klettert. Minder onderbuik, meer helderheid.

Het evenement

Een Formule E-evenement duurt één dag. Zo hoeft de stad ook maar één dag op slot. Mede daarom, verklaarde de Parijse burgemeester Anne Hidalgo, had zij het aangedurfd om de Formule E in huis te halen: de stad werd niet volledig overhoop gegooid, het maakte geen lawaai en het stonk niet.

Het programma is steeds hetzelfde. ’s Ochtends vroeg zijn er twee trainingssessies, rond de lunch is er de kwalificatie, in vier groepen en een shoot-out voor pole. Aan het eind van de middag is de race, die ongeveer een uur duurt. Tussendoor worden de batterijen opgeladen.

Het publiek hoeft zich tijdens die pauzes niet te vervelen. In de e-Village kunnen zij e-racen op simulatoren. De snelste racer van de dag mag in de middag strijden tegen de echte Formule E-coureurs. De coureurs moeten sowieso voortdurend in de e-Village komen opdraven, voor handtekeningensessies, podiuminterviews, de loting voor de kwalificatie en de simulatorrace. “Er is gewoon geen tijd om met je engineer te praten,” klaagde Daniel Abt in Parijs.

Ontwikkeling

Om de kosten van de ontwikkeling van de elektrische racers niet uit de klauwen te laten lopen heeft de organisatie van meet af aan een strakke roadmap uitgelegd.

De Formule E kost nog geen 10 % van wat een Formule 1-seizoen kost Per seizoen zijn er nieuwe ontwikkelingen, stapsgewijs. Veel zaken aan de auto zijn en blijven vooralsnog standaard: het Dallara-chassis is voor iedereen gelijk, net als de remmen en de banden. Vanaf seizoen twee mochten de teams zelf de aandrijflijn ontwerpen, dat wil zeggen: motor, versnellingsbak, differentieel, ophanging en elektronica. Daar moet natuurlijk ook de technologische innovatie vandaan komen.

De batterij is echter ook standaard, om de kosten te drukken. Wanneer de teams vrij zouden zijn om een eigen batterij te ontwikkelen, zouden al snel alleen de rijkste teams overblijven. Het is een verstandige zet geweest, zo blijft de serie ook voor kleinere, echte raceteams attractief en betaalbaar.

De Formule E kost nog geen 10 % van wat een Formule 1-seizoen kost, en voor dat geld, glimlachen marketingdeskundigen, breng je je product ook nog eens tot op de stoep van de doelgroep waar het je om te doen is: de bewoners van grote, moderne steden.

In seizoen vijf komt er overigens een nieuwe, verbeterde standaardbatterij beschikbaar, die veel langer meegaat, waardoor het niet meer nodig zal zijn halverwege van auto te wisselen.

Formule 1

Over dat wisselen van auto werd de eerste jaren nogal lacherig gedaan in autosportkringen. Maar zodra dat niet meer nodig is, verklaarde Ferrari-directeur Marchionne, zou zelfs Ferrari deelname aan de Formule E kunnen overwegen.

Max Verstappen zal waarschijnlijk nooit serieus elektrisch gaan racen Meneer Marchionne ziet ook wel dat de Formule E letterlijk gebieden ontsluit waar de Formule 1 alleen maar van kan dromen. Races midden in Hong Kong en zelfs in New York, dat jarenlang bovenaan Bernie Ecclestone’s verlanglijstje stond.  Dat brengt me bij de vergelijking met de Formule 1. Die moet je eigenlijk niet maken. De titel boven dit stuk was ook alleen maar een teaser. Max Verstappen zal waarschijnlijk nooit serieus elektrisch gaan racen.

De Formule 1 blijft de koningsklasse in de autosport, de droom van iedere coureur. De Formule 1 heeft een nimmer te evenaren prestige, heeft een geweldige historie, een fanbase, een exposure en een budget waar geen enkele raceklasse zich mee moet vergelijken. Ik wilde zeggen; de Formule 1 maakt ook het meeste lawaai, maar dat is sinds de hybrid-motoren niet echt meer het geval, helaas.

Toch kijkt de Formule 1 stiekem wel met een schuin oog naar het succes van het elektrische neefje. Mede omdat de Formule 1 zich momenteel voor een fundamentele keuze ziet gesteld: gaan we door op de ingeslagen weg van dure, ingewikkelde innovaties of zetten we een stap terug, ten bate van de show? Niet voor niets wil Liberty Media graag meer straatraces in grote steden, want vooral daar wint de Formule E terrein.

Hoor hieronder Alejandro Agag (de Ecclestone van de Formule E) lekker pochen over de deal met New York:

Fanboost

De Formule E is van meet af aan heel open geweest in de media. Alle races kun je terugvinden op Youtube, integraal of alleen de highlights. Voortdurend verschijnen er op de officiële Formule E-site nieuwe items, vaak gemaakt met nieuwe partners en sponsoren.  Formule E-fans (ik heb ze in Parijs gezien, met petjes en vlaggen) moeten dicht bij hun helden kunnen komen.

Opvallend wat dat betreft is de interactieve fanboost. Via de website kunnen fans voorafgaand aan de race stemmen op hun favoriete coureur. De drie coureurs met de meeste stemmen kunnen tijdens de race één keer gebruik maken van zo’n veertig pk extra power, waarmee je soms net een concurrent voorbij kunt steken.

“In welke topsport vind je dat nou, dat fans invloed kunnen hebben op het verloop van de wedstrijd?” stelde de Belgische Formule E-coureur Jerôme d’Ambrosio in Parijs. Toen ik hem vroeg of hij veel met deze fanboost bezig was, deed hij wat koeltjes, maar zijn vriendin naast hem schudde heftig van ja!

Komend weekend begint de Formule E in Hong Kong. Meteen met een double header: zowel op zaterdag als op zondag is er een volledig programma met een race. Om alvast in de stemming te komen hieronder de “cinematic” highlights van vorig jaar. Alle Formule E races van dit seizoen zijn live te zien bij Ziggo en Eurosport.

Fotografie: Formula E website, Jaguar
Gifs via Giphy.