Google zet kunstmatige intelligentie DeepMind in om energie te besparen

Google gebruikt DeepMind al voor diverse projecten, bijvoorbeeld om blindheid tegen te gaan en in de gezondheidszorg. Maar het nieuwste project voor de kunstmatige intelligentie is behoorlijk verrassend: zelflerende algoritmes wordt gebruikt om te besparen op energie in Google’s data centers.

Alphabet – het moederbedrijf van Google en DeepMind – heeft een AI-systeem de controle gegeven over delen van haar data centers, vertelt Demis Hassabis, mede-oprichter van DeepMind. De kunstmatige intelligentie manipuleerde de servers en alle aanverwante apparatuur – bijvoorbeeld koelsystemen – om energie te besparen. Hierbij werd eenzelfde soort techniek gebruikt als die waarmee DeepMind zichzelf Atari video-games leerde spelen.

Verschil is echter dat DeepMind nu geen spelletje speelt, maar echt dingen kan veranderen in de data centers. “Het heeft de controle over ongeveer 120 variabelen in de centers”, vertelt Hassabis. “De ventilatoren en koelsystemen, maar ook over de ramen.”

Honderden miljoenen dollars

Volgens Hassabis heeft het systeem er al voor gezorgd dat er minder stroom wordt gebruikt in de data centers. Hoewel het om een aantal procentpunten gaat, is dit een “gigantische besparing in de kosten, maar ook erg goed voor het milieu”.

Google zegt dat deze besparingen zich omzetten in een verbetering van vijftien procent in het efficiënt gebruiken van energie (ook wel PUE genaamd). Middels PUE wordt bepaald hoeveel elektriciteit Google gebruikt voor haar computers tegenover de ondersteunende infrastructuur. Een besparing van ongeveer tien procent kan uitlopen tot een financiële meevaller van honderden miljoenen dollar voor Google in de komende jaren.

DeepMind is eerder al gebruikt in Google’s data centers. In 2014 gebruikte het systeem neurale netwerken om te voorspellen hoe het energieverbruik in de tijd zou veranderen. Hierbij mocht de kunstmatige intelligentie de apparatuur op meer efficiënte manieren indelen.