Numrush

Grand Prix van Duitsland: Hot, hotter, Hockenheim

Hartje zomer. Campings, bier, barbecue. En de Grand Prix van Duitsland. Jarenlang was dit toch een vast gegeven. De hoeksteen van Europa, zeg maar.

Echter, de oude eerbiedwaardige wedstrijd, die al bestaat sinds 1926, heeft het moeilijk. De circuits die de race organiseren krijgen de kosten niet gedekt, de Nürburgring ging in 2012 zelfs min of meer failliet.

Ook de Hockenheimring heeft het zwaar en de race van dit jaar lijkt voorlopig de laatste Grand Prix van Duitsland.

Vreemd voor een land dat momenteel zo zijn stempel drukt op de Formule 1: Mercedes is toch al vier jaar op rij wereldkampioen, er is Vettel, er was Rosberg – of is Duitsland te lang verwend geweest met een echte megaster?

In de tijd van Michael Schumacher kon het niet op. Er werd zelfs een Grand Prix van Luxemburg bedacht om twee races in Duitsland te kunnen houden, waarbij elke keer de tribunes vol zaten.

Echter vanaf het moment dat Schumacher geen kampioen meer werd stortten de Duitse kijk- en bezoekerscijfers in elkaar. Misschien kan het Max-effect nog redding brengen? Of is het te laat?

Max-fans gaan naar de Red Bull Ring en naar Spa. Toch is Hockenheim een aantrekkelijk alternatief. De speciale Max Verstappen-tribune is in elk geval compleet uitverkocht. Bij de vorige editie in 2016 stonden er twee Red Bull-coureurs op het podium, en introduceerde Daniel Ricciardo zijn shoey.

De groene hel

Vanaf de oertijd werd de Duitse Grand Prix verreden op de “Nordschleife” van de Nürburgring. Een 23 kilometer lang doolhof met ruim 170 bochten, heuvel op en af, langs bomen, rotspartijen en ravijnen. Levensgevaarlijk.

Jackie Stewart noemde het “de groene hel.” Coureurs die zeiden dat ze op deze baan nooit bang waren, logen erom, of ze reden te langzaam, aldus Stewart. Jacky Ickx, de Belgische Ringspecialist, vertelde mij ooit dat er op de oude Ring zeventien passages waren waar je met alle vier de wielen los kwam van de grond…

De Nordschleife was meedogenloos. Wie de baan wilde tarten, zou het weten. Niet alleen Formule 1-coureurs, maar ook talloze hobby-racers en amateurs lieten in de Eifel het leven.

Nog altijd zijn er dagen waarop je zelf met je auto de baan op kan. Op YouTube wemelt het van de video’s met automobilisten die worden verrast door de snelheden waartoe deze baan verleidt.

In 1970 werd de Grand Prix op aandringen van de coureurs al eens verplaatst naar Hockenheim. Daarna werden er weliswaar verbeteringen doorgevoerd, maar het was ondoenlijk om de Nordschleife te beveiligen volgens de moderne maatstaven.

In 1976 zou het de laatste keer zijn. Het kostte Niki Lauda, die zich sterk had gemaakt voor een directe boycot van de Ring, bijna het leven. Een viertal coureurs redde hem maar net op tijd uit de vlammen.

Motorkiller

Vanaf 1977 was de Hockenheimring het decor voor de Grand Prix van Duitsland. Een circuit met een dubbel karakter. Enerzijds was er het relatief langzame, slingerende stadiongedeelte waar veel downforce werd gevraagd.

Maar eenmaal buiten het stadion vlogen de wagens over enorme lange rechte stukken door het bos. Daar tussen de bomen kon het spoken. De geest van Jim Clark waarde er nog rond. Clark verongelukte hier in 1968 tijdens een Formule 2-race.

Op die rechte stukken, in de loop der jaren meer en meer onderbroken door chicanes, gingen de motoren lekker en langdurig voluit. Hockenheim was dan ook een beruchte motorkiller.

Zie hier hoe de Renault-motor van Gerhard Berger (aan de leiding, met nog drie ronden te gaan) uit elkaar ploft:

Zo’n volgastempel slurpt natuurlijk ook liters benzine. Toen in 1986 het benzinegebruik in de Formule 1 strak gelimiteerd was, vielen tijdens de laatste ronden diverse auto’s stil zonder brandstof.

Onder meer de beide McLaren-Porsches van Keke Rosberg en Alain Prost. Rosberg is woedend. “Die benzinemeters kloppen niet! Of denk je dat ik zo stom ben om tot het allerlaatst gas te geven?”

Rosberg strandt ergens in het bos. Prost pal voor de tribunes. “Wer sein Porsche liebt, schiebt,” lachen de krantenkoppen op maandagochtend.

In 1994 was dit probleem er in elk geval niet. Benzine te over. Voor het eerst sinds lange tijd was het bijtanken van de auto´s weer toegestaan. Al was dat niet zonder risico.

Ik was vast niet de enige die voor de televisie zat te gillen toen het in Hockenheim helemaal mis ging tijdens de pitstop van Jos Verstappen:

Track Limits

In 2002 werd de Hockenheimring gemoderniseerd. De lange rechte stukken door het bos werden van het circuit afgesneden en opgeruimd. Zelfs het monument voor Jim Clark werd verplaatst naar een plek op het nieuwe circuit.

Dat circuit, ontwerp van Hermann Tilke, kreeg een soort infield sectie met ruime uitloopzones, waardoor de actie veel beter was te overzien, de auto’s verdwenen niet meer voor een volle minuut in het bos waar nergens publiek zat.

Jammer, het brute gejakker door die verlatenheid gaf Hockenheim een geheel eigen charme.

Het stadiongedeelte, gebouwd in 1965 en plaats biedend aan 120.000 toeschouwers, bleef behouden. Meteen na start-finish is er de Nordkurve. Een zeer snelle bocht met een royale uitloopzone, waar altijd wel gedoe is over track limits. Meteen na de start is het hier dringen geblazen, er zijn in het verleden al heel wat crashes geweest.

Maar die uit 2001 is wel de meest spectaculaire. En gelukkig liep ook deze lancering goed af:

https://www.youtube.com/watch?v=g5smtk7zKIo

Na de Nordkurve is er een eerste drs-zone, maar deze is meer de opmaat voor de volgende na de knik die de Bernie Ecclestone Kurve heet.

Vanaf daar vliegen de auto’s over een fraaie kromme richting de Spitzkehre. Hoogste versnelling, ruim 320 per uur en dan remmen, terug naar 65 per uur: de ideale plek om in te halen. Ook hier komt het elk jaar tot forse duw- en trekduels. En opletten inzake track limits.

In 2016 gingen Max en Rosberg nog met elkaar in de clinch in de Spitzkehre. Rosberg wachtte extreem lang met insturen om geen plek voor Max te laten. Racen op de limiet, of erover? Uiteindelijk kreeg Rosberg er een 5-seconden tijdstraf voor.

https://www.youtube.com/watch?v=mKbQsV1M43k

Na de Spitzkehre volgt een slingerend gedeelte waar inhalen lastiger is. Dan keren de auto’s weer terug in het zogenaamde Motodrom, het stadiongedeelte.

Ook dit is een technisch stuk, met verschillende cambers (hellingen van het wegdek). Een goede exit uit de Sudkurve is essentieel voor de volgende rechte stukken waarmee de ronde opnieuw begint.

Kickboksen

Tenslotte dit: na de recente aanvaringen tussen Ferrari en Mercedes staat de titelstrijd weer op scherp. Het zou er wel eens heet aan toe kunnen gaan in Hockenheim dit weekend.

Maar zover als de kickboksende Nelson Piquet in 1982 zal zelfs Vettel niet gaan. Piquet, onbedreigd aan de leiding, wil achterblijver Eliseo Salazar op een ronde zetten voor de Jim Clark-chicane, en dan gaat het mis.

Foto’s Red Bull Racing via Mark Thompson/Getty Images/Red Bull Content Pool
Circuit vector via Wikimedia, [CC3.0] – Sentoan
Foto van Michael Schumacher via Shutterstock.com
Gif via Giphy