“Vier op de tien Nederlanders lezen of kijken nauwelijks nieuws”. kopte Trouw afgelopen week. Het was één van de conclusies die naar voren kwamen uit een onderzoek naar de nieuwsconsumptie van Nederlanders door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dat klinkt als een betrouwbare partij, maar het onderzoek deugt van geen kanten.
Elger van der WelWekelijks schrijft Elger van der Wel een column over innovatie in de journalistiek en media. Deze week kijkt hij kritisch naar wat cijfers.Als eerste: het onderzoek komt voort uit zelfrapportage. Er is dus gekeken naar het gedrag van mensen, er is gevraagd om mensen hun eigen gedrag te laten bijhouden. Vorige week haalde ik het probleem hiervan al aan in mijn column. Mensen zijn namelijk helemaal niet zo goed in opgeven of bijhouden hoeveel tijd ze nu werkelijk aan iets besteden.
Desondanks mag je het SCP-onderzoek niet afschrijven naar aanleiding van de gebruikte onderzoeksmethode. Het is een algemeen gebruikte en geaccepteerde manier om mediagebruik te meten. Mede ook doordat andere vormen van meten in de praktijk gewoon erg lastig zijn. We moeten het er mee doen.
Vier op de tien Nederlanders lezen of kijken nauwelijks nieuws
En ook al komt het resultaat nooit exact overheen met de werkelijkheid, als het onderzoek verder goed is uitgevoegd kun je nog steeds prima conclusies trekken. Zoals dus de conclusie waarmee Trouw kopt: “Vier op de tien Nederlanders lezen of kijken nauwelijks nieuws”.
Vier op de tien Nederlanders nemen op een doorsneedag niet of nauwelijks kennis van het nieuws. Ze lezen geen krant, volgen radio en televisie niet en kijken ook niet op nieuwssites en -apps.
Echter: als je doorleest in het artikel – of als je de berichtgeving van het SCP zelf erbij pakt – dan kom je er er al vrij snel achter dat er door de onderzoekers een opvallende extra eis is meegenomen in het onderzoek. Nieuwsgebruik werd alleen maar meegeteld in het onderzoek als het minstens vijf minuten duurt.
52 procent vs. 11 procent
Of zoals het SCP het zelf verwoordt:
Een kleine meerderheid van de Nederlandse bevolking (52%) gebruikt in de loop van de dag (een keer of meerdere keren) kort (< 5 minuten) nieuwssites- of apps. Dat is aanzienlijk meer dan de 11% die we op basis van de dagboekgegevens (momenten die langer dan 5 minuten duren) registreerden. Het kortdurende bezoek van nieuwssites/-apps is vooral populair onder mannen (60%), hoogopgeleiden (62%), 20-34-jarigen (65%) en 35-49-jarigen (60%).
Als je vervolgens in het onderzoeksrapport [pdf] zelf duikt dan kom je ook nog eens dit soort teksten tegen:
Het aantrekkelijke van online nieuws is juist dat dit snel en frequent tussendoor bekeken kan worden. Op een doorsneedag houdt een kleine meerderheid van de Nederlandse bevolking (52%) zich op die manier met het nieuws bezig (tabel 3). Dat is aanzienlijk meer dan de 11% die we op basis van de dagboekgegevens registreerden. Kennelijk is een kort bezoekje brengen aan nieuwssites/-apps aantrekkelijk om tussen andere activiteiten door te doen.
Aan de ene kant zegt het SCP dus dat ze zien dat veel mensen tegenwoordig meerdere keren per dag nieuws tot zich nemen via bijvoorbeeld NU.nl. Aan de andere kant vragen ze diezelfde mensen een dagboek bij te houden, waarbij ze al die NU.nl-momenten niet mogen meenemen.
Waarmee de onderzoekers dus eigenlijk indirect zeggen: je raakt wel goed geïnformeerd als je ‘s ochtends gedurende 20 minuten een aantal artikelen uit een krant leest, maar niet als je ieder uur één artikel online leest. Als je het achtuurjournaal kijkt dan tel je mee, kijk je meerdere keren per dagen naar losse items in de NOS-app, dan tel je niet mee.