Bij het referendum over de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel sleepwet of aftapwet genoemd, stemden jongeren vaak tegen dan ouderen. Dat blijkt uit resultaten van Ipsos, meldt NOS. Sterker nog: hoe jonger de kiezer, hoe vaker deze tegen stemde.
Bijna twee derde (63 procent) van de 18- tot 24-jarigen stemden tegen de wet. Mensen die 65 jaar of ouder zijn stemden in 43 procent van de gevallen tegen. Een duidelijk verschil dus.
In de tussenliggende categorieën stemden jongere mensen ook vaker tegen de wet dan ouderen. Van de mensen tussen de 25 en 34 jaar stemde 59 procent tegen, bij mensen tussen de 35 en 49 jaar was dat 53 procent. 50- tot 64-jarigen stemden in 49 procent van de gevallen tegen.
Jongere kiezers kwamen echter minder vaak opdagen dan ouderen. De kiezers tussen de 18 en 24 jaar stemden in 41 procent van de gevallen. Bij de groep 65 jaar of ouder was de opkomst 63 procent.
Resultaten
379 van de 380 gemeenten hebben de resultaten van het referendum inmiddels doorgegeven. Alleen in Amsterdam moet de uitslag nog bekend worden gemaakt. De landelijke opkomst is 51,5 procent. De ‘nee’-stemmers hebben het referendum nipt gewonnen met 48,7 procent tegenover 47,3 procent die ‘ja’ stemden. 4 procent van de stemmen was blanco of ongeldig.
Het referendum is raadgevend. Dat betekent dat het kabinet niet verplicht is om de stem van het volk over te nemen. Wel betekent het dat het kabinet zich moet verantwoorden over wat het met de uitslag doet, omdat de meerderheid tegen de Wiv gestemd heeft.