Afgelopen nacht vond het tweede verkiezingsdebat plaats tussen Barack Obama en zijn uitdager Mitt Romney. Deze debatten worden gezien als doorslaggevend voor de zwevende kiezer, blijkbaar laten veel mensen hun keuze afhangen van hoe de kandidaten zich presenteren tijdens deze debatten. Maar de campagne gaat veel verder. We kennen natuurlijk allemaal de snoeiharde TV-spotjes die de kandidaten over elkaar maken.
Maar debatten op TV en campagnespotjes zijn natuurlijk representanten van de oude media. In 2008 hebben ook sociale media voor het eerst intrede gedaan, toen Obama een revolutionaire campagne heeft gevoerd die zwaar leunde op het gebruik van social media. Maar bij deze verkiezingen wordt er voor het eerst op grote schaal gebruikt gemaakt van Big Data Analytics.
De campagneteams van beide kandidaten beschikken, onder andere dankzij social media, door enorme hoeveelheden data van kiezers. Door middel van data mining zijn ze in staat om een redelijke voorspelling te doen of een kiezer geneigd is om Democratisch of Republikeins te stemmen, en ook nog eens waarom. Met deze kennis kunnen ze een steeds betere doelgerichte online campagne voeren. Obama heeft bijvoorbeeld 20 miljoen volgers op Twitter, en bijna 30 miljoen ‘likes’ op Facebook. Wanneer je dit combineert met data van enquetes, (online) petities, geografische en demografische informatie, ben je in staat om heel nauwkeurig aan te geven waarom kiezer x op jou zou moeten stemmen.
Lees in het artikel Big Data Politics: Why you can’t outrun campaigns by avoiding the TV hoe de campagneteams Big Data inzetten om de verkiezingen te winnen. Na 6 november weten we welk kamp dit het beste heeft gedaan.