“U weet hoe het gaat”, zegt Lucien Engelen van het Radboudumc. Hij schetst het iconische beeld van een afspraak bij de huisarts. Je bent voor zo’n afspraak überhaupt al een halve dag kwijt. U wordt om tien uur geacht aanwezig te zijn. Na een stressvol ritje in de auto staat u om twee voor tien hijgend aan de balie van de praktijk. Net op tijd, denkt u. “Waarna de secretaresse u doodleuk vertelt dat uw huisarts even uitloopt en u rustig kunt gaan zitten.”
De gezondheidszorg loopt enorm achter als het gaat om de omarming van technologie, constateert Engelen. Naast het Radboudumc in Nijmegen is hij ook verbonden aan Singularity University Nederland, een denktank die technologie wil inzetten om de tijd op deze wereld mooier en beter te maken. Hij was één van de ondernemers en innovators die zijn visie deelde op het Get Into The Future event.
De kans van mobiele technologie
Het scenario dat hij daar beschreef is eigenlijk heel raar, zegt hij. Zeker in een wereld waarin mobiele technologie ons in staat stelt om het veel efficiënter te doen. We skypen, videobellen en facetimen er op los, constateert Engelen, maar niet met onze huisarts. “Gek hè? Techniek de we in de maatschappij dagelijks gebruiken, gebruiken we niet in de gezondheidszorg.”
Maar in sommige gevallen is een bezoek aan de huisarts niet eens nodig. De huisarts van de toekomst zit volgens Engelen in je broekzak. Technologie maakt het mogelijk om bepaalde tests gewoon thuis uit te voeren, zoals een bloeddrukmeting of urinetest. Een app kan helpen bij het uitlezen van de resultaten. “Technologie die hoog complex is en in ziekenhuizen gebruikt wordt, gaat zich verplaatsen naar de telefoon.”
Of naar andere apparaten. Engelen haalt een apparaat aan dat gemaakt is Canada. “Die in staat is om urinetesten, bloedtesten, oortesten te doen in een apparaat dat zo groot is als een klein ontbijtbord. Ze beweren 19 diagnoses op afstand te kunnen stellen”, zegt Engelen. “Ik denk dat dit apparaat over tien jaar in elke badkamer staat.”
Dat betekent dat de wereld er compleet anders uit gaat zien. Hoe we nu tegen gezondheidszorg aan gaat kijken, gaat compleet veranderen. Want technologie stelt ons niet alleen in staat om ons weer beter te maken, maar ook om ons gezond te houden. Dat begint al in de koelkast. “In de toekomst dragen we allemaal slimme contactlenzen, die niet alleen ons glucosegehalte meet. Die contactlens gaat op basis van ons dieet een soort boodschappenlijst maken met producten die voor ons verstandig zijn. En omdat alles verbonden is, stuurt hij de bestelling ook gelijk door naar de supermarkt. Zo gaan we ook het gebied van gewoontes en lifestyle een complete verandering zien.”
De macht bij de patiënt
En die ontwikkeling is al volop bezig. De apparaten die diagnoses kunnen stellen en apps die daarbij kunnen helpen, komen langzaam in ontwikkeling. Maar het gebeurt al. Engelen: “Apple verzamelt keurig gegevens over het aantal stappen dat je zet, het aantal trappen dat je gelopen hebt, noem maar op.” Mits je Apple Health Kit op je iPhone daar toestemming voor geeft. “En als je een weegschaal hebt of een bloeddrukmeter, kun je die er ook aan koppelen.”
Die trend gaat zich alleen maar voortzetten, denkt Engelen. “Over een jaar genereert de burger meer gezondheidsdata over zichzelf dan wij als professionals kunnen”, voorspelt hij. “We hebben straks altijd en overal internet. Vijf miljard mensen in de wereld.” Engelen ziet een wereld voor zich waarin de patiënt de keuze heeft om ook digitaal bij zijn zorgprofessional aan te kloppen. “Als de patiënt dat kan, wil en het past bij de aandoening die hij heeft. En we gaan zelfs onze patiënten een beetje rebels oproepen. Als ze straks bij ons binnenkomen, zeggen we tegen ze of ze vooral aan de dokter willen vragen of het ook anders kan.” Of ze liever via het internet contact hebben met hun huisarts, in plaats van weer opnieuw langs te komen.
Maar dat betekent ook een andere aanpak van innoveren, zegt Engelen. “Van oorsprong gingen de zorgprofessionals vóór de patiënt innoveren. ‘Wij wisten wel wat zij wilden.’ Een tijd geleden zijn we begonnen om mét de patiënt te innoveren. En we komen nu in de volgende fase terecht. We gaan patiënten vragen om zelf te innoveren. De professionals leveren de tools aan en de patiënt zegt wat zij voor hem moeten doen.”
In dat toekomstscenario beschikt de patiënt over zijn eigen data. De huisarts, dokter en verpleegkundige worden afhankelijk van de patiënt om die data in handen te krijgen. Het gaat dan eigenlijk niet om de vraag hoe technologie de zorg kan helpen om sneller, beter of goedkoper te worden. “We moeten ons afvragen hoe technologie de zorg overbodig kan maken. Als we in die mindset de dingen doen die we vandaag doen, dan zorgen we dat we aansluiten bij wat voor u en ons belangrijk is.”