Het kabinet werkt aan een beperkte bewaarplicht voor telecomproviders, schrijft minister Ferdinand Grapperhuis van Justitie in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer. Met de bewaarplicht moet het voor opsporingsambtenaren mogelijk worden om IP-adressen en telefoonnummers aan gebruikers te koppelen.
Volgens Grapperhuis is het belangrijk dat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) achteraf kunnen zien welk persoon op een bepaald tijdstip gebruik heeft gemaakt van een bepaald telefoonnummer of IP-adres. De gegevens over wie met wie contact had worden niet opgeslagen. Dat geldt ook voor informatie over waar dat gebeurde en wat er is afgesproken.
Dit kan cruciaal zijn bij bijvoorbeeld de opsporing en vervolging van kinderporno en online wapenhandel, stelt de minister. “De samenleving verwacht van de overheid dat deze optreedt tegen ernstige normschendingen en slachtoffers beschermt. Maar het gebruik van digitale middelen maakt dit op dit moment vrijwel onmogelijk.”
Een nieuwere, beperktere bewaarplicht kan helpen voorkomen”dat het internet een vrijplaats wordt voor de plegers van deze feiten”, aldus de minister.
Herziening
Er wordt al langer gewerkt aan een beperkte bewaarplicht. Eind 2016 zorgde een uitspraak van het Europees Hof van Justitie er voor dat er een grondige herziening nodig was. Het hof stelde dat het grootschalig opslaan van gegevens over telecomklanten teveel inbreuk maakte op de privacy.