Ja, als je het aan de ontwikkelaars van de Play-i vraagt. Deze groep van oud-Apple en Google medewerkers zijn ervan overtuigd dat het mogelijk is om kinderen al op vroege leeftijd de basis van het programmeren aan kunt leren.
Geïnspireerd door een artikel waarin stond dat kinderen in Estland al op de basisschool programmeerles krijgen, besloot oprichter en CEO Vikas Gupta zijn kinderen ook te leren programmeren. Aangezien hier in de VS geen mogelijkheden voor zijn, ging hij zelf maar aan de slag. Met de Play-i als resultaat.
De Play-i bestaat uit twee robots, genaamd Yana en Bo. Kinderen van rond de 5 jaar oud kunnen deze robots een aantal opdrachten geven via een bijbehorende app. Door deze opdrachten achter elkaar te plaatsen, leren de kinderen programmeren volgens de makers. Volgens hen bestaat de basis van programmeren namelijk uit commando’s in de juiste volgorde plaatsen.
Naast een rij commando’s maken, leren de kinderen ook andere elementen van het programmeren. Ze leren onder andere gebruik maken van loops en een ‘if this than that’ constructie.
De mensen achter de Play-i hopen door middel van crowdfunding genoeg fondsen bij elkaar te krijgen om de eerste robots is productie te brengen. Yana is te bestellen voor $49, Bo voor $149 en het setje voor $189. Yana is goedkoper omdat deze robot minder functionaliteiten heeft dan Bo.
Of de robots ook daadwerkelijk in staat zijn om kinderen te leren programmeren, is nog de vraag. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat kinderen van rond de 5 jaar het best in staat zijn om nieuwe kennis op te nemen. Maar of de kinderen die spelen met de Play-i ook echt beter worden dan andere kinderen op het gebied van computers, is gewoon nog even afwachten.