Facebook bestaat ondertussen alweer 14 jaar en is bijna niet meer weg te denken uit de samenleving. Maar de jongste generatie – generatie Z – komt nauwelijks meer op het sociale medium. Zij zitten meer op Snapchat en Instagram. Luidt generatie Z (geboren tussen 1995 en halverwege de 00’s) het einde in voor Facebook?
In november vorig jaar bleek uit onderzoek dat slechts 9 procent van de tieners Facebook als zijn favoriete sociale medium ziet. Ver daarboven staan Instagram (24 procent) en Snapchat (47 procent). En in september voorspelde onderzoeksbureau eMarketer dat het aantal gebruikers tussen de 12 en 17 jaar aan het einde van het jaar met 3,4 procent zou dalen naar 14,5 miljoen.
Geen positieve cijfers dus. Maar helemaal nieuw is het niet, vertelt José van Dijck, professor Mediawetenschapper bij de Universiteit Utrecht. “Facebook heeft aanvankelijk een hele jonge generatie gebruikers aangetrokken, maar raakte ook al eerder (zo tussen 2010 en 2012) groepen jonge gebruikers kwijt.”
En daar heeft het sociale medium slim op ingespeeld: in 2012 en 2013 kocht het bedrijf Instagram en WhatsApp op. “Vooral met Instagram brachten ze een nieuwe jonge gebruikersgroep binnen de Facebook familie”, aldus Van Dijck. En Instagram blijkt dus wél populair onder de jongste generatie.
Het verschil
Maar wat is het verschil dan? Waarom zijn Snapchat en Instagram wel populair onder de jonge generatie en Facebook niet? “Beide platformen zijn succesvol onder deze groep, omdat ze dichter bij de manier waarop generatie Z communiceert staan”, aldus Oscar Orozco, analist bij eMarketer.
Generatie Z communiceert namelijk vooral via visuele hulpmiddelen, dus foto’s en emoji’s. En waar vind je die? Op Instagram en Snapchat. En hoewel Facebook steeds meer investeert in videocontent, is het blijkbaar niet voldoende om de jongste groep gebruikers binnen te halen.
Is dat een probleem?
De grote vraag natuurlijk is of dit een groot probleem is voor Facebook. “Op korte termijn natuurlijk niet”, stelt Van Dijck. Facebook heeft met 2 miljard gebruikers immers een enorme voorsprong op de andere sociale platformen. Instagram had in september bijvoorbeeld 800 miljoen maandelijks actieve gebruikers. Een flink verschil.
“Maar op lange termijn moet je natuurlijk wel jonge gebruikers binnen halen. Daarom zal Facebook ongetwijfeld kijken of er ‘jongere’ netwerken zijn die nieuwe groepen aanboren”, aldus Van Dijck.
“FB doet voortdurend onderzoek naar hoe ze hun platform aantrekkelijker kunnen maken voor alle belangrijke (demografische) doelgroepen, dus ook jongeren. Ze doen dat door bijvoorbeeld aanpassingen te maken aan de interface, te experimenteren met nieuwe features, deze te testen op bepaalde doelgroepen etc.”
Het einde van Facebook?
Dat generatie Z nu niet echt actief blijkt te zijn op Facebook, is op de lange termijn dus een probleem. Maar zal Facebook helemaal verdwijnen? Nou, waarschijnlijk niet.
Facebook is tegenwoordig immers zoveel meer dan alleen een sociaal medium. Het is ook de eigenaar van Instagram en WhatsApp, die het wél goed doen onder jongeren, maar ook van VR-brilmaker Oculus. Blijkt dat het eerste platform van het bedrijf het uiteindelijk niet meer zo goed doet, dan zijn er nog meer activiteiten onder de vleugels van Facebook die het bedrijf wel in de lucht gaan houden.
Bovendien is Facebook erg alert op nieuwe of bestaande platformen die uitgroeien tot concurrenten, voegt Van Dijck toe. En die platformen proberen ze vervolgens weer over te nemen. “Snapchat hadden ze graag willen kopen, maar dat is niet gelukt.”