Matt Cottam, industrieel ontwerper met veel toffe projecten achter zich is oprichter van internationaal ontwerpbureau Tellart. De ontwerpstudio heeft nu vier locaties waaronder één in Amsterdam. Het bedrijf heeft met veel grote merken samengewerkt met als missie: het onzichtbare zichtbaar te maken.
Cottam werkt vanuit het Tellart-kantoor in Amsterdam, en gaf vandaag een presentatie op ThingsCon in het Volkshotel. Op ThingsCon spreken verschillende experts over de toekomst en ontwikkelingen rondom het internet of things. Zijn presentatie was grotendeels een terugblik op diverse projecten die Tellart gedaan heeft met grote bedrijven en overheden, zoals Google, Science Museum in Londen en het kantoor van de minister president van de Verenigde Arabische Emiraten.
Volgens Cottam zijn we teveel bezig met de technieken die het internet of things mogelijk maken en denken we te weinig na over wat de verbonden apparaten moeten doen. Dat is ook één van de redenen dat veel van zijn projecten zich richten om het internet en achterliggende technologie inzichtelijk te maken voor iedereen.
Matt Cottam
“Het is namelijk geen magie dat een email uitkomt bij iemand aan de andere kant van de wereld, deze wordt verzonden via een onderzeese kabel.” Het is volgens de Amerikaan is het belangrijk dat we snappen hoe dit soort technieken werken, want kinderen kunnen bijvoorbeeld pas echt goed nadenken over vernieuwende toepassingen als zij snappen waarom het internet werkt zoals het werkt.
Een kijkje aan de andere kant van de wereld
Dit is goed terug te zien in het werk dat Tellart deed in samenwerking met Google Creative Lab voor het Sydney Opera House. Door de verrekijkers te modificeren waarmee men normaal de stad kan bekijken, konden mensen nu allerlei bekende plekken zien vanuit overal ter wereld.
Kinderen konden bijvoorbeeld live meekijken in een haaientank in Zuid Afrika. Volgens Cottam is het dan juist belangrijk om uit te leggen waarom er enkele seconden vertraging ontstaat tussen de camera aan de andere kant van de wereld en de verrekijker. Het is geen magie, maar door mensen gemaakte techniek.
Het onzichtbare zichtbaar maken
Die drang om het onzichtbare zichtbaar te maken was er in 2000: op het hoogtepunt van de dotcom-bubbel was Cottam met studenten waaraan hij les gaf voornamelijk bezig met de combinatie van fysieke objecten en netwerken. Want hoewel de internet of things-industrie nu erg gericht is op de techniek om apparaten met elkaar te laten communiceren zijn ze de link met het tastbare grotendeels verloren.
Daarom experimenteerde de studenten aan wie Cottam lesgaf in 2000 al met hele bijzondere inputmogelijkheden voor apparaten en het visualiseren van diverse onzichtbare processen.
Samen met Google Creative Labs hebben ze ook voor het Science Museum in Londen een hoop van de onzichtbare processen zichtbaar gemaakt. Zo krijgen de online bezoekers van het museum een fysieke plek: door een unieke code op basis van kleur en vormen aan iedereen te koppelen kun je precies zien waar de online gebruikers zich bevinden, ook al zijn ze niet fysiek aanwezig.
Schermen in het Science Museum die de online bezoekers weergeven
Daarnaast krijgen alle fysieke bezoekers een unieke code mee, zodat de museumervaring niet enkel ’tot je nemen is’, maar dat je op basis van jouw persoonlijke kaart ook kunt interacteren met de diverse apparaten. Zo zijn er bijvoorbeeld robots ontwikkeld die automatisch de portretten van de bezoekers in het zand schetsten, als ze hun kaart laten scannen.
Op deze manier konden bezoekers allerlei stukken content maken die in meer of mindere mate gebaseerd waren op hun persoonlijke identiteit. “Dit is niet alleen een nieuwe waarop bedrijven om kunnen gaan met hun klanten, het is ook een nieuwe manier van leren.”
Ondanks dat het Web Lab van Google nu gesloten is – je kunt nu als internetgebruiker niet meer allerlei acties uitvoeren in het Science Museum – is alle code die de diverse processen faciliteerde openbaar gemaakt zodat andere bedrijven of consumenten er mee aan de slag kunnen.
Het project heeft er voor gezorgd dat er maar liefst 570.000 mensen het museum bezocht hebben. Online trok het museum 6,7 miljoen mensen aan, die meer dan 6 miljoen stukken content hebben gecreëerd.
Matt Cottam twee jaar geleden over o.a. de ontwikkeling van Web Lab voor het Science Museum
Verbeeld en navigeer de toekomst
In het tweede gedeelte van zijn presentatie ging Matt Cottam in op het project dat Tellart uitvoert voor de Verenigde Arabische Emiraten. Daar maken ze jaarlijks een tentoonstelling met technieken uit de toekomst en visualiseren ze deze zo goed mogelijk. Elk jaar kiezen ze enkele kernontwikkelingen uit, die ze uitwerken met betrekking van de toekomst van de overheid als institutie.
Dit zogenaamde Museum of Future Government Services is een plek waar elk jaar duizenden overheidsfunctionarissen bij elkaar komen: niet om nieuwe technieken uit te kiezen voor hun respectievelijke overheden, maar om na te denken over wat wel en niet wenselijk is.
De tentoonstelling bestaat uit allerlei onderwerpen en leerde bijvoorbeeld kinderen over genetische modificatie door ze zelf een organisme te laten creëren die vervolgens moest overleven in een simulatie. Volgens Cottam is deze participatie van studenten in het leerproces onmisbaar.
Het museum is niet voor iedereen toegankelijk, maar als je toch een kijkje achter de schermen wilt nemen kun je deze sfeervideo bekijken.