Er was een tijd in mijn leven dat ik het allemaal bijzonder actief volgde. Maar sinds het programmeren steeds verder naar de achtergrond is geraakt, is ook het pro-actief blijven bijhouden van de laatste webstandaarden geen onderdeel meer van de leeslijst. Toch is er nu alle reden om er even bij te blijven.
Die webstandaarden, die worden al sinds jaar en dag bepaald door het World Wide Web Consortium (W3C). De directeur van deze club is Tim Berners-Lee, die ‘het uitvinden van het web’ als sinds jaar en dag op zijn LinkedIn-profiel mag vermelden.
Het W3C bepaalt eigenlijk al sinds de eerste pixels op het web wat de standaarden zijn en zorgt er op die manier voor dat browsers kunnen omgaan met de capriolen van programmeurs en vice-versa. Kleur je binnen de lijntjes van het W3C, dan ziet je kleurplaat er in elke browser normaliter altijd hetzelfde uit.
Werpt het W3C zich dus normaal gesproken op als blauwhelm tussen alle betrokken partijen, drijft het de afgelopen maanden vooral een wig tussen voorstanders van het open web, ontwikkelaars van browsers en producenten van online content. Het middelpunt van de discussie: DRM, de digitale kopieerbeveiligingtechniek.
Versleutelde media
In 2013 start een team binnen het W3C met het onderzoeken van een nieuwe toevoeging aan hun indrukwekkende lijst van open standaarden. Maar deze nieuwe standaard wijkt af: hij is niet gericht op meer openheid, maar is gericht op het kunnen afspelen van versleutelde content in de browser.
Door de toevoeging van EME zouden Silverlight en Flash definitief overbodig worden Deel deze quoteDeze nieuwe ‘Encrypted Media Externsions’ (EME) zijn er op gericht om voornamelijk entertainmentbedrijven als Netflix, Amazon en tv-maatschappijen video te kunnen laten afspelen binnen een browser, zonder dat hun content buiten de kopieerbeveiliging valt. Door de toevoeging van EME zouden plug-ins als Silverlight en Flash dus definitief overbodig worden.
Zwarte doos
Dat laatste klinkt voor de meeste internetters als pure vooruitgang, maar niet zonder prijs. Het is namelijk geen vooruitgang voor de ontwikkelaars van ’s werelds populairste browsers en ook niet voor de veiligheid van de gemiddelde internetgebruiker.
Voor de makers van populaire browsers, zoals Chrome en Mozilla, betekent het dat ze feitelijk een ‘black box’ in hun browser toelaten. Zonder te weten wat er achter de schermen van een EME uitgevoerd wordt, leveren ze een blinde output met de uitgever (bijv. Netflix) als zender en de W3C als poortwachter.
Dat zorgt natuurlijk voor wrevel: al sinds de oprichting van het web wordt er hard gewerkt aan het behouden van open standaarden en nu worden browsers gedeeltelijk blind geslagen. Nog veel belangrijker zijn de juridische gevolgen van EME, die er niet alleen voor zorgen dat we de eerste niet-open standaard opgelegd zien worden, maar ook eindgebruikers in gevaar brengen.