De NPO en Netflix kunnen elkaar versterken, maar dan moet er wel wat veranderen
Elger van der Wel
Zicht op zo veel meer. Zo heet het zogeheten Sectoradvies Audiovisueel dat de Raad voor Cultuur afgelopen week heeft aangeboden aan ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. Het advies is een resultaat van een verzoek van de overheid “om in kaart te brengen hoe pluriforme en kwalitatief hoogstaande Nederlandse culturele audiovisuele producties binnen het veranderende medialandschap kunnen worden gestimuleerd”. En “om aan te geven wat er nodig is om te zorgen dat deze producties toegankelijk blijven voor een (inter)nationaal publiek”. Lees: hoe zorgen we ervoor dat Nederland een gevarieerde en levende film- en televisie-industrie behoudt en we niet alleen maar naar Amerikaanse producties kijken.
Eén van de dingen die in het advies te lezen valt, is dat de publieke omroep moet stoppen met het beleid waarin het enkel content wil aanbieden op zijn eigen platformen. Het letterlijke advies luidt dat de NPO meer moet samenwerken met “al dan niet commerciële, (internationale) online distributieplatforms”. Oftwel: de NPO moet de kanalen waar het publiek zich online bevindt inzetten om het publiek te bereiken. Zorg dat je er als NPO als eerste bij bent als Facebook zijn platform Watch in Nederland lanceert. En zet meer dan alleen Boos! en 101Barz op YouTube.
Anderhalf jaar geleden schreef ik al een column over hoe de NPO op dit moment hart op weg is om jongeren voorgoed kwijt te raken met zijn beleid. Maar op het Mediapark kozen de beleidsmakers er het afgelopen jaar in plaats daarvan voor om de deuren nog verder dicht te gooien. Programma’s van de NPO kijken op je iPhone? Dan moet je de app NPO Start kijken, want je in browser kijken is tegenwoordig verboden.
Nederlandse series en films
Nu weet ik dat er intern bij de NPO echt wel wordt gepraat of het beleid niet opener moet. Of de publieke omroep niet meer content naar het publiek toe moet brengen in plaats van proberen iedereen de NPO Start-app in de trekken, maar een verandering beleid laat (inmiddels veel te) lang op zich wachten. En een eventuele wijziging van de mediawet die hiervoor misschien nodig is, waarschijnlijk nog langer.
Ondertussen kijken middelbare scholieren vooral naar YouTube en zijn dertigers verslaaft aan Netflix. En zeker dat laatste is niet alleen vervelend voor de NPO, maar voor de hele Nederlandse media-industrie. Het is natuurlijk fantastisch dat we naar hele toffe (vooral Amerikaanse) series en films kunnen kijken. Tegelijkertijd is op Netflix nauwelijks Nederlandse content te vinden en investeert het daar (op één Vlaams-Nederlandse co-productie) nog niet in.
De Raad voor Cultuur ziet dat ook. In zijn advies adviseert de Raad “om met video on demand-aanbieders, bioscopen en filmtheaters quota af te spreken voor de vertoning van Nederlandse audiovisuele producties”. In de hele Europese Unie gaan meer van dit soort geluiden op. Terecht, al vraag ik me of een quota stellen de oplossing is. Er moeten (hopelijk) toch andere manieren zijn om dit voor elkaar te krijgen dan het wettelijk verplichten?
NPO-producties op Netflix
Een oplossing zou kunnen zijn dat de NPO bijvoorbeeld succesvolle series en documentaires zou verkopen aan Netflix. Nu verdwijnen ze na een tijd van internet of worden ze verstopt achter de betaalmuur van NPO Start. Dat terwijl je op Netflix waarschijnlijk een veel groter publiek kunt bereiken en er misschien ook wel meer aan verdient. Netflix krijgt meer Nederlandse producties en de producties van de publieke omroep bereiken een nieuw publiek. Winst voor iedereen, lijkt me.
Nu heb ik in de Hilversumse wandelgangen gehoord dat er wel eens gesprekken zijn geweest tussen de publieke omroep en Netflix, maar dat die op niks zijn uitgelopen omdat Netflix heel selectief de rechten voor bepaalde producties wil binnenhalen. En dat wil de publieke omroep dan weer niet, die willen niet dat Netflix kan ‘cherrypicken’.
Logisch vanuit Netflix en ook wel logisch dat de publieke omroep dat niet ziet zitten. Tegelijkertijd is het een kans. De grote hits kunnen een tweede leven krijgen op Netflix, terwijl je andere producties bijvoorbeeld wegzet op YouTube en/of voor altijd gratis beschikbaar maakt op NPO Start.
Co-producties
Een volgende stap zou een co-productie tussen de NPO en Netflix zijn. Een film of serie kan dan eerst gratis worden bekeken op tv (en ook korte tijd gratis worden teruggekeken) en wordt vervolgens voor altijd beschikbaar op Netflix. Doordat de kosten worden gedeeld kan de NPO mooie films en series maken en worden Nederlandse producties ook voor Netflix financieel interessanter. Natuurlijk zijn dat soort publiek-private samenwerking lastig binnen de huidige wetgeving, maar dat is het uploaden naar YouTube net zo goed.
Ik hoop dan ook dat het advies van de Raad voor Cultuur voor het kabinet reden is om eens te gaan nadenken over een mediawet die klaar is voor de toekomst. En ondertussen kan de publieke omroep beginnen om zijn deuren op de zetten en te gaan doen waarvoor het bestaat: het publiek bereiken.