Uber wilde zijn concurrent Lyft in 2014 al kopen, maar de onderhandelingen liepen stuk. Dat zei de CEO van Uber, Travis Kalanick, tegen The Economist. In de Verenigde Staten is Lyft een van de grootste concurrenten van het techbedrijf.
The New York Times meldde vorige maand dat Lyft zichzelf wil verkopen, iets wat later door het bedrijf werd ontkend. Lyft wees toen met de vinger naar Uber en zei dat zijn concurrent smerige spelletjes speelt om het bedrijf negatief in het nieuws te brengen.
Daarmee reageerde het onder andere op het moddergooien van Uber, dat zei dat het ‘slechts’ 2 miljard dollar voor het bedrijf zou willen betalen. De vraag is echter over een overname door Uber door de mededingingsautoriteiten goedgekeurd zou worden. In de Verenigde Staten zou Uber ongeveer 80 procent van de markt in handen hebben. Concurrent Lyft zou een vijfde van de markt beheersen.
Lyft zou dus volgens het bedrijf niet actief op zoek zijn naar verkopers. Het bedrijf blijft wel de grootste concurrent van Uber. In The Economist zegt Kalanick dat ook iets goed te vinden: concurrentie houdt het bedrijf scherp om te blijven vechten voor zijn klanten. Desondanks wil Uber de Chinese tak van zijn bedrijf verkopen aan concurrent Didi Chuxing. Het verzoek daartoe is nog niet officieel ingediend, maar de Chinese mededingingsautoriteit doet momenteel wel onderzoek naar Didi Chuxing.