Onderzoeker gebruikt smartphones om analfabeten te spotten

In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de zestien en 65 jaar oud laaggeletterd en hebben dus grote moeite bij lezen en schrijven. Ongeveer 250.000 Nederlanders kunnen helemaal niet lezen en schrijven, en dus analfabeet. Hoewel veel organisaties hier iets aan proberen te doen, hebben ze weinig mogelijkheden en zijn dit soort mensen lastig te spotten. Een Noorse onderzoeker heeft echter een manier gevonden om de plaatsen te vinden waar veel analfabeten en laaggeletterden zitten.

De onderzoeker, Pål Sundsøy, deed dit aan de hand van de mobiele data van mensen. Hij gebruikte de informatie van een enquête van een telefoonbedrijf met 76.000 gebruikers in een land in Azië. In de enquête werd gevraagd om een telefoonnummer en of ze kunnen lezen en schrijven.

Door deze data nader te bestuderen, kon hij patronen vinden die laaggeletterdheid en analfabetisme kon voorspellen. Zo vond Sundsøy dat deze mensen weinig berichten versturen of zelfs helemaal geen. Daarnaast communiceren ze met vrij weinig mensen. Ook spenderen ze veel tijd in arme wijken, wat kan betekenen dat ze moeite hebben met het vinden van een baan in duurdere wijken, waarvoor ze moeten lezen en schrijven.

Volgens Sundsøy kon hij door “economische, sociale en mobiliteits-features van iedere mobiele gebruikers te analyseren individuele analfabeten voorspellen met een nauwkeurigheid van zeventig procent”. De methode moet echter nog verder getest worden. Maar als het echt zo goed werkt, kunnen organisaties hier gebruik van maken en zorgen dat ze genoeg mogelijkheden hebben op de locaties waar ze het meeste nodig zijn.

Technologie wordt al langer gebruikt om laaggeletterdheid en analfabetisme tegen te gaan. Zo is Wikipedia bezig om beter doorzoekbaar te worden voor slechtzienden en analfabeten, door je met je stem te laten zoeken. En ook startup Leeruniek wil laaggeletterdheid tegen gaan, wat ze met slimme data-analyses doen.