Facebook is sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 druk bezig om nepnieuws aan te pakken. Dit doet het onder meer door maatregelen te nemen om de mensen en pagina’s die het verspreiden, van het platform te weren. De grote vraag is: hoe goed heeft dit gewerkt? Volgens onderzoekers van de Stanford University en New York University werken de maatregelen mogelijk, meldt Engadget.
De onderzoekers keken naar 570 websites die door groepen als PolitiFact en FactCheck als producenten van nepnieuws werden aangemerkt. Ook keken ze tussen januari 2015 en juli 2018 naar de maandelijkse interacties met de berichten op Facebook en hoe vaak de berichten op Twitter gedeeld werden.
In aanloop naar de verkiezingen in 2016 stegen de interacties met nepnieuws op beide platformen. Maar een paar maanden na de verkiezingen daalden de interacties op Facebook met ruim 50 procent. Op Twitter stegen de interacties nog steeds. Interacties met grote nieuwssites, kleine nieuwssites en websites over bijvoorbeeld cultuur bleven ongeveer hetzelfde.
Niet definitief
Daarmee lijkt het er op dat de maatregelen van het sociale medium een positief effect hadden op de verspreiding van nepnieuws. De resultaten zijn echter niet definitief, aldus het team. Bovendien zijn er een aantal factoren die niet meegenomen konden worden in het onderzoek.
Zo kan het zijn dat verhalen van de gekozen websites op het ene sociale netwerk meer interacties behaald dan op een ander netwerk. Daarnaast werken PolitiFact en FactCheck met het sociale platform samen om nepnieuws te bestrijden. De websites die zij vermelden, kunnen dus sites zijn waar Facebook van op de hoogte is en die goed aangepakt worden. Andere websites kunnen er echter tussendoor glippen. En die zaten niet in het onderzoek.
Maar zelfs als de interacties met nepnieuws minder worden op Facebook, dan nog is het aantal hoog. In juli waren er nog ongeveer 70 miljoen interacties met nepnieuws.