Op weg naar de nieuwsredactie van de toekomst

Elger van der Wel

NRC schaft zijn internetredactie af. Een logische stap in een wereld die maar blijft veranderen, maar wat is de volgende?

NRC schaft zijn internetredactie af, werd afgelopen donderdag bekend. Dat klinkt als een ondoordachtige bezuinigingsmaatregel, maar het is eigenlijk heel goed nieuws. Hiermee kiest NRC er namelijk voor om van de hele redactie een internetredactie te maken. Iedere journalist werkt voor de vele digitale kanalen waarop de artikelen, video’s en podcasts geconsumeerd kunnen worden.

Elger van der WelElger van der WelWekelijks schrijft Elger van der Wel een column over innovatie in de journalistiek en media. Deze week schrijft hij over de nieuwsredactie van de toekomst.Voor het publiek heeft het niet direct gevolgen, het is vooral een interne aangelegenheid. De losse internetredactie wordt opgeheven en de medewerkers worden verspreid over de oude krantenredactie. Het is een logisch gevolg van de werkwijze van NRC waarbij alle artikelen uit de krant online worden aangeboden. “Het werd in de hoofden van de redacteuren een belangrijke omslag: in principe werken we eerst voor de site, en komen onze stukken nadien in een van onze kranten”, schrijft hoofdredacteur Peter Vandemeersch daarover. “Ten gevolge daarvan hebben we geen onlineredactie meer nodig, NRC is in korte tijd een internetredactie geworden.”

Digital first

NRC is in korte tijd een internetredactie geworden Het doet me een beetje denken aan een aantal processen die ik van dichtbij heb mogen meemaken bij de NOS. Als eerste digital first, waarbij de garende eerstelijnsnieuwsredactie nieuws direct online publiceerde. Sindsdien is bij de nieuwsomroep de 24-uursnieuwsredactie, die de bulletins maakt op radio en Teletekst vult, ook verantwoordelijk voor NOS.nl en de app. Ook op het gebied van de productie van video is daar een werkwijze ingericht, waarbij video’s niet eerst voor het journaal worden gemaakt en dan online komen. Er is een videoredactie die video’s produceert en die zowel op tv als online worden gebruikt.

Uiteindelijk gaat het hier niet zozeer om de vraag of je iets een internetredactie noemt, maar om je werkwijze en prioriteiten. NRC heeft het statement gemaakt richting al zijn medewerkers dat de papieren krant slechts een plek is waarin de online content wordt gebundeld. De vraag is natuurlijk of de oude krantenjournalisten dat ook zo zien of dat zij nog steeds ‘voor de krant schrijven’.

Veranderingen

Veranderingsprocessen gaan bij journalisten een stuk trager dan op papier, leert de praktijk. En het probleem is dat de veranderingen ook nooit ophouden. Is het ene vernieuwingstraject afgerond dan is er wel weer een nieuwe ontwikkeling waar aan begonnen moet worden. Iets wat in de media geldt, maar natuurlijk uiteindelijk in bijna iedere sector.

Het feit dat ze bij NRC nu helemaal digital first werken en de krant slechts één van plekken plek is waar de artikelen terecht komen, betekent niet dat de veranderingen nu afgelopen zijn voor de redactie. Sterker nog: ik denk dat we juist de komende jaren gaan zien dat de structuur van redacties nog verder op zijn kop komt te staan. En waarschijnlijk dat die structuur ook veel flexibeler wordt, waardoor het makkelijk is om te blijven veranderen.

Redactie van de toekomst

De afgelopen jaren zie je al dat er steeds meer nieuwe disciplines bijkomen op redactievloeren. Programmeurs en designers die helpen met het maken van interactieve producties en datavisualisaties en community managers die contact met het publiek bijvoorbeeld. Ik verwacht dat de data-analisten, die nu vaak op een aparte afdeling zitten en het gedrag van bezoekers analyseren, steeds maar op gaan schuiven richting de redactie. Dat ze letterlijk onderdeel worden van de redactie.

Daarbij kun je je op een gegeven moment ook afvragen wat de rol wordt van een eindredacteur. Is hij diegene die enkel de journalistieke keuzes maakt? Of maakt hij ook de keuzes wat je vervolgens op basis van die inhoudelijke keuzes precies op welk platform en in welke vorm maakt? Het ene vraagt om stevige journalistieke skills, het andere om heel veel kennis van het gedrag van je publiek.

50 procent van de tijd gaat zitten in het maken van content en 50 procent in het wegzetten daarvan En die community managers, die nu nog vaak aan de zijlijn staan binnen een redactie. Zouden die, misschien met een net iets ander takenpakket of een andere naam, niet een veel centrale rol moeten krijgen op een redactie? Aan één van mijn opdrachtgevers gaf ik onlangs het advies: “In een ideale wereld gaat 50 procent van de tijd zitten in het maken van content en de andere 50 procent in het wegzetten van die content en het bereiken van je publiek.”

Goede journalistiek

Het is iets waar ik heilig van overtuigd ben, maar waar veel mensen met wie ik spreek nog niet in geloven. Redacties moeten vooral bestaan uit journalisten en die moeten vooral het ouderwetse journalistieke werk doen, is het mantra.

Met dat laatste ben ik het eens: er moet vooral hele goede journalistiek worden gemaakt. In mijn ogen komt die goede journalistiek echter pas echt goed tot zijn recht als er ook mensen zijn die er voor zorgen dat die goede journalistiek het publiek bereikt, dat je wilt bereiken.

Ik denk dat redacties daar de komende jaren nog veel meer in moeten investeren. En ook vooral: werk niet moeten uitbesteden aan andere afdelingen. Zet mensen met verschillende capaciteiten en taken bij elkaar. Laat ze samenwerken, elkaar versterken, van elkaar leren. De journalistiek wordt daar alleen maar beter van. En dat willen we allemaal toch?

De foto boven dit artikel is gemaakt door Thomas Schmidt en de afbeelding in het artikel is gemaakt door Ivan Gushchin / Strelka Institute. Beiden zijn beschikbaar gesteld onder een Creative Commons-licentie.