18% van de Nederlanders is LHBTQIA

LHBTQIA, pride-vlag

De aandacht voor LHBTQIA-personen is de laatste jaren steeds verder toegenomen. Maar hoeveel mensen die tot deze groep behoren wonen er eigenlijk in Nederland? Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor het eerst in kaart proberen te brengen. Op Coming Out Day (11 oktober) publiceert het een schatting, waaruit blijkt dat krap 18% van de bevolking van vijftien jaar of ouder lesbisch, homoseksueel, bi-plus, transgender, queer, intersekse of aseksueel is.

In absolute aantallen komt dat neer op zo’n 2,7 miljoen mensen, stelt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2023. In dat onderzoek wordt met name gekeken naar veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit, maar het CBS vroeg de 182.000 deelnemers ook naar genderidentiteit, seksuele oriëntatie en of ze intersekse zijn. Op basis daarvan kan het nu dus een schatting doen.

Het overgrote deel van de 2,7 miljoen LHBTQIA-personen hebben volgens het CBS een niet-heteroseksuele oriëntatie. De meesten van hen, 1,7 miljoen mensen, heeft een bi-plus oriëntatie en is dus aangetrokken tot meer dan één gender. Verder zijn er 272.000 homoseksuele mannen en 106.000 homoseksuele vrouwen. De groep aseksuele mensen is een stuk kleiner: zo’n 1,2% van de Nederlandse vrouwen zegt een aseksuele oriëntatie te hebben. Onder mannen is dat 0,7%.

Naar schatting is 1% van de Nederlandse bevolking van vijftien jaar of ouder transgender, wat neerkomt op 151.000 personen. 45.000 van hen is non-binair of genderqueer, wat betekent dat zij zich niet eenduidig als man of vrouw identificeren. Verder zijn er 45.000 intersekse personen; mensen die geboren zijn met mannelijke én vrouwelijke geslachtskenmerken.

Achtergrond van LHBTQIA-personen

Het CBS keek ook naar diverse achtergrondkenmerken van LHBTQIA-personen. Zo zijn ze relatief vaak jong: 19% is tussen de vijftien en 25 jaar oud, terwijl dat voor slechts 14% van de gehele Nederlandse bevolking geldt. 26% van de LHBTQIA-personen is tussen de 45 en 65 jaar oud, tegenover 33% van de hele Nederlandse bevolking.

LHBTQIA-personen wonen verder vaker in stedelijke gemeenten. Dat geldt voor 31% van deze groep, tegenover 25% van de niet-LHTBQIA-personen. Net geen kwart van de LHBTQIA-personen woont in niet- of weinig stedelijke gemeenten. Ook is zo’n 17% buiten Nederland geboren, tegenover 14% van de rest van de bevolking.

Foto: Shutterstock