Numrush

Satelliet Parker Solar Probe moet dichter bij de zon komen dan wie dan ook

Parker-Solar-Probe

Ken je het verhaal van Icarus? In de Griekse mythe wordt deze jongen gewaarschuwd om niet te hoog te vliegen, want dan zouden zijn vleugels smelten. Maar hij luisterde niet, kwam te dicht bij de zon en viel naar zijn dood. NASA kent het verhaal ongetwijfeld ook, maar negeert het. Morgen stuurt NASA namelijk de Parker Solar Probe naar de zon toe.

De satelliet wordt morgen de ruimte in gestuurd en gaat rechtstreeks naar de zon toe. Daar moet het apparaat ons meer gaan vertellen over de atmosfeer van de zon. Het doel is om door de lichtkring van de zon te reizen en de gecompliceerde magnetische velden om de zon heen te bestuderen.

Het bijzondere is dat de Parker Solar Probe dichter bij de zon gaat komen dan welke andere missie dan ook. En daarmee doet hij dus een beetje denken aan Icarus, al zal de satelliet geen smeltende vleugels hebben. De satelliet is namelijk gebouwd om temperaturen van 1400 graden Celcius te weerstaan. En een speciaal schild beschermd het apparaat tegen de straling.

De gehele missie duurt echter wel even. Pas in november komt de satelliet bij de zon aan. Daarna moet hij 7 jaar lang in ovale banen rond de zon gaan draaien. Daardoor komt hij dus steeds dichter bij en verder weg van de zon. Op het dichtste punt is hij maar 6 miljoen kilometer van onze ster verwijderd.

Snappen we de zon nog niet dan?

De missie is misschien wat opvallend, want je zou denken dat we de zon inmiddels wel begrijpen. De hete bol licht is immers moeilijk te negeren en we zien hem al millennia. Maar de ster heeft toch nog flink wat mysteries. De zon zelf bestaat uit nucleaire reacties, die steeds hete plasma de ruimte in schiet. Dat plasma is hetgeen dat onder meer het Noorderlicht veroorzaakt tijdens de koude nachten op de polen.

Wetenschappers snappen ondertussen wel hoe dit plasma van het oppervlakte van de zon wordt weggeschoten, maar we weten niet hoe het zijn extreem hoge snelheden behaald. In de lichtkring van de zon – hetgeen wat je zien tijdens een volledige zonsverduistering – kunnen de deeltjes in de plasma namelijk supersonische snelheden bereiken. Samen noemen we dat de zonnewind.

Een gerelateerd mechanisme kan de protonen van de zon versnellen naar de helft van de lichtsnelheid. Daarbij veranderen ze in projectielen die ruimteschepen en satellieten die rond de aarde draaien kunnen beschadigen. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze mechanismen het magnetische veld van de zon die steeds in kracht verandert. Maar door de satelliet snappen we het straks precies.

Warmer dan het oppervlak

Wat ook vreemd is aan de zon, is dat het in de atmosfeer veel warmer is dan op het oppervlak van de zon. In de atmosfeer is het een miljoen graden, aan het oppervlak hooguit 6.000 graden. Alsof het warmer wordt terwijl je wegloopt van het vuur dus.

Waarom dit zo is, weten we niet zeker. Waarschijnlijk zijn de veranderende magnetische velden van de zon de belangrijkste oorzaak. Maar zeker weten doen we dat niet. De Parker Solar Probe moet daar dus bij gaan helpen, door dit allemaal te gaan bestuderen.

Lancering

De satelliet moet morgen om 9.33 uur (Nederlandse tijd) gelanceerd worden. Tijdens de reis naar de zon breekt het apparaat een snelheidsrecord. De bedoeling is dat hij 700.000 kilometer per uur gaat vliegen. Met die snelheid zou je in 2 minuten van Europa naar Australië kunnen reizen.

Als de Parker Solar Probe eenmaal bij de zon is, vliegt hij autonoom. Zo dicht bij de zon komt het apparaat namelijk in een gebied waar er veel verstoringen zijn in de radiogolven. Bovendien komt de satelliet regelmatig aan de andere kant van de zon, hetgeen wat we vanaf de aarde niet zien.

Daarom zit er een speciaal systeem in de satelliet, zodat hij zijn oriëntatie behoudt. Daarbij blijft het hitteschild ook aanstaan, zelfs wanneer er geen contact is met de besturing vanaf de grond.