Vorige week ontstond er veel ophef over dit nieuwe conceptontwerp van een bezorgde Amerikaanse vader: Kogelvrije dekentjes voor kinderen op basisscholen. Volgens de bedenker is het product een noodzakelijke ontwikkeling nu er sinds 2012 al weer meer dan 74 schietpartijen op Amerikaanse scholen hebben plaats gevonden.
Het nieuwsbericht maakte in de VS grote ophef los, omdat het beeld van een stel kleuters dat oefent voor een mogelijke terreurdreiging met kleine rode dekentjes feitelijk te hartverscheurend voor woorden is. Bovendien wordt de producent van de zogenaamde Protecht beticht van het commercieel uitbuiten van de situatie. Toch verklaart de vader die het idee bedacht dat zijn ontwerp voortkomt uit pure wanhoop en noodzaak.
Vlak na de enorme schietpartij op basisschool Sandy Hook overpeinsde Dr. Steve Walker voor het eerst de mogelijkheid om beschermende maatregelen te treffen voor kinderen op basisscholen. Toch ging hij pas met het idee voor de Protecht dekens aan de slag, toen zijn eigen kinderen op school getroffen werden door een orkaan, en er in het schoolgebouw geen maatregelen bleken te zijn getroffen tegen dit soort extreme omstandigheden.
“Wanneer een tornado toeslaat, kennen de meeste scholen een bepaald veiligheidsprotocol. En ook bij schietpartijen zijn het vaak de leraren die de kinderen op een veilige plek proberen onder te brengen en ze te beschermen voor de gevaarlijke situatie. Het leek me niet meer dan logisch hier de juiste tools bij te ontwikkelen om de situatie mogelijk nog veiliger te maken”, aldus Walker.
Natuurlijk beaamt Walker dat een structurele oplossing feitelijk niet in kogelvrije dekens moet worden gezocht, maar in de verscherpte regulering van wapenuitgifte. Ook zal niet iedere basisschool het zich kunnen veroorloven om te investeren in kogelvrije dekentjes, waardoor een hoop Amerikaanse kinderen alsnog een verhoogd risico lopen bij een mogelijke schietpartij.
“We denken absoluut niet dat dit de ideale oplossing is”, aldus Walker. “Maar het is tenminste een mogelijke oplossing. En op zijn minst een duidelijk signaal naar onze overheid.”