Lange tijd werd informatica niet volledig serieus genomen op scholen. Inmiddels zijn smartphones en apps echter alomtegenwoordig en wordt programmeren steeds meer als een belangrijke basisvaardigheid gezien. Volgens het snelgroeiende Code.org, een organisatie die gratis informatica-onderwijs biedt en stimuleert, hebben sinds eind vorig jaar inmiddels meer dan twintigduizend kinderen in de Verenigde Staten programmeer-lessen gehad.
Toch loopt Nederland nog erg achter op dit gebied. In Europa zullen er in 2015 echter meer dan een half miljoen openstaande vacatures voor IT-professionals zijn; een vakgebied met een hoge baanzekerheid dus. In Zweden leren kinderen daarom op de basisschool al programmeren en in Engeland – en ook Estland en Finland – wordt het vanaf volgend jaar zelfs verplicht. Engeland is hiermee het eerste land ter wereld waar kinderen vanaf hun vijfde levensjaar tot het einde van de middelbare school moeten leren programmeren.
In de Verenigde Staten hebben dertig regio’s, waaronder New York City en Chicago, ingestemd om vanaf dit jaar programmeer-lessen aan te gaan bieden, voornamelijk op middelbare scholen maar ook op basisscholen. Ook veel ouders zien programmeren inmiddels als een basisvaardigheid die in de toekomst wellicht tot een goede baan zal kunnen leiden.
De sterke groei van informatica-onderwijs is ongekend volgens Elliot Soloway, professor aan de University of Michigan, “there’s never been a move this fast in education”. Hij vindt het een zeer positieve ontwikkeling en denkt dat de lessen studenten mogelijk inspireren om een nieuwe passie te ontwikkelen – net als het ontleden van een kikker studenten kan inspireren om bioloog te willen worden.
Het is echter nog niet duidelijk of het wel zin heeft om op zulke jonge leeftijd te beginnen met programmeren. Volgens voorstanders hebben kinderen die kunnen programmeren gegarandeerd een baan in de toekomst en stimuleert het creativiteit en logisch denken. Soloway stelt echter dat kinderen de lessen meer zien als het spelen van een videogame en dat het onderwijs niet perse zal leiden tot verbeterde vaardigheden. Volgens Britt Neuhaus, directeur van scholen in New York, is er echter “a big demand for these skills in both the tech sector and across all sectors.”
Er zijn verschillende methodes beschikbaar die kinderen kunnen helpen om te leren programmeren. Code.org maakt gebruik van een systeem dat gebaseerd is op Scratch, een visuele programmeertaal om programmeren te simplificeren. Scratch werd in 2007 ontwikkeld door het Media Lab van het Massachusetts Institute of Technlogy. Volgens MIT heeft Scratch miljoenen gebruikers, maar is dat voornamelijk buiten scholen; Code.org probeert daarom Scratch op scholen te introduceren.
Andere methoden zijn onder meer: Codeacademy waarop kinderen – en volwassenen – op speelse wijze een aantal programmeertalen kunnen leren, Hopscotch, een app voor de iPad en eerder schreven wel al over Tynker en Code Combat.