Verkiezingstijd, dus politici doen alsof Nederland in brand staat. Dat is de tendens die ontwerper Ruben Pater en data-analist Stephan Okhuijsen beschrijven op de website Stemmingmakerij. Met dit initiatief willen de heren – vaak op emotie gebaseerde – uitspraken van partijen weerleggen met data. Je vindt er grafieken met de cijfers over de thema’s die spelen in deze verkiezingscampagne. De pagina heeft volgens Okhuijsen inmiddels 90.000 pageviews behaald.
Niet alle grafieken zijn uniek: Okhuijsen had de gegevens al eerder gebruikt. Toch zijn ze alsnog op de website terechtgekomen, vertelt hij. De reden: hij vond dat ze aansloten bij verkiezingsthema’s. “Een kwart hebben we erbij gezocht. Die grafieken gaan over verkiezingsthema’s die leven en waar we nog geen data bij hadden, bijvoorbeeld over energiecoöperaties.”
Selectie
“We hebben voor de selectie met name gekeken naar negatieve uitlatingen in de campagnes”, zegt Okhuijsen. “We keken of er, met feiten onderbouwd, iets positiefs over te zeggen was.” Op de website van Stemmingmakerij zijn dus geen grafieken te vinden die een uitspraak positief onderbouwen met cijfers. Bovenstaande grafiek over groene energie is gebaseerd op een VVD-uitspraak, maar je zou het uiteraard ook kunnen omdraaien, legt Okhuijsen uit. Er zijn natuurlijk ook partijen die zeggen dat mensen wél groene energie willen.
In de selectie bleek dat een aantal stellingen wel positief onderbouwd kon worden, legt hij verder uit. “Zoals over de groei van het aantal bijstandsuitkeringen.” Toch hebben hij en Pater er niet voor gekozen om daar een grafiek van te publiceren. Dat had deels te maken met de beperkte tijd, verantwoordt Okhuijsen. “Maar er speelde ook iets anders mee: Stemmingmakerij gaat over dingen waarvan we vermoeden dat er in het publieke debat een misvatting over heerst. Dus over die bijstandsuitkeringen: ik geloof dat de meeste mensen ook vermoeden dat het aantal groeit.”
“Maar neem bijvoorbeeld een grafiek over criminaliteit. Als je het publieke debat volgt dan krijg je de indruk dat het steeds slechter wordt. Dus dat is een afweging: hoe leeft dat en is het waard om dat tegen te spreken? Het is een selectie. Er worden heel veel dingen geroepen. We publiceren waar we data over konden vinden en waarvan we dachten dat het relevant is.”
Doel
Kun je met statistieken eigenlijk de emotie – waar de stellingen op gebaseerd zijn – bestrijden? “Dat vraagt eigenlijk echt om gedegen onderzoek”, zegt Okhuijsen. “Het enige optimistische wat we kunnen zien is dat de grafieken heel goed gedeeld worden.” Toch is het meten van de impact heel moeilijk.
Sociale media zijn voor de Stemmingmakerij een belangrijke platform. Op Twitter en Facebook kwamen berichten van eigen accounts respectievelijk 265.000 en 155.000 keer bij mensen voorbij, blijkt uit cijfers die Okhuijsen deelt. Toch heeft dat ook een nadeel. Op de website verwijst Stemmingmakerij met linkjes naar de bron van de cijfers, of een artikel dat context biedt. Okhuijsen zegt niet te kunnen zien hoe vaak iemand daadwerkelijk doorklikt, maar die mogelijkheid is er in ieder geval wel.
Dat mist op sociale media. Een voorbeeld: met één van de grafieken wil Stemmingmakerij de stelling weerleggen dat de wereld onveilig is. Daarin is te zien dat het aantal aanslagen in West-Europa in de periode 1975-1995 veel hoger was dan nu. Toch kun je ook een ander perspectief nemen: sinds 2004 is het aantal aanslagen weer stijgende. Dat verantwoordt de Stemmingmakerij ook op zijn website.
Bovendien: het terrorisme van enkele tientallen jaren geleden is anders dan het terrorisme van nu. Maar iemand krijgt die context pas te zien als hij via de website doorklikt – of zelf op zoek gaat.
“We hebben het heel makkelijk deelbaar gemaakt voor sociale media. Dat zorgt ook voor beperkingen”, geeft Okhuijsen toe. “Dat op sociale media die context ontbreekt is wel een nadeel. Als ik het een volgende keer nog een keer zou doen, zou ik toch een duidelijke disclaimer toevoegen aan de grafiek zelf.”