Nederlanders tussen de 18 en 34 kijken dagelijks gemiddeld 3 uur en 40 minuten online video. Dat meldde onderzoeksbureau GfK afgelopen week op basis van een marktonderzoek.
Nu neem ik zelf dit soort cijfers nooit heel letterlijk, aangezien ze gebaseerd zijn op wat ‘zelfrapportage’ heet. De ondervraagden is gevraagd hoeveel tijd ze besteden aan online video. Als je het mij zou vragen: ik heb werkelijk geen idee. En dat geldt voor veel mensen.
De cijfers bevestigen voor mij vooral wat we al weten. Jonge mensen kijken heel veel online video. Op YouTube en Facebook, maar ook op Netflix en NPO Gemist. Uit het onderzoek bleek dat de helft van alle volwassen Nederlanders kijkt naar betaalde online videodiensten. Desondanks geeft vier op de vijf van hen nog steeds de voorkeur aan traditionele, lineaire televisie.
Gaat televisie dood?
Tien jaar geleden werd televisie al dood verklaard. Het internet zou tv kapot maken, was de gedachte van trendwatchers. Desondanks zijn kijkcijfers nog steeds booming. Tegelijkertijd is online video in de afgelopen tien jaar groot geworden. Diensten als YouTube en Netflix zijn niet meer weg te denken uit ons leven, net als apparaten als de smartphone en de tablet. Toch blijft er voor de meeste mensen niets fijner dan gewoon de oudewetse televisie aanzetten.
Er wordt overigens nog steeds voorspeld dat televisie doodgaat. Niet voor niets investeert RTL in een dienst als Videoland. En heeft Endemol een losse tak voor online concepten. Het kijkgedrag verandert en als je niet meebeweegt, bestaat er een kans dat je het als mediabedrijf niet overleeft. Sowieso is het zonde om niet te proberen een graantje mee te pikken van een groeiende markt als online video.
Zelf geloof ik desondanks niet dat televisie doodgaat. Of eigenlijk ook weer wel. Ik heb eigenlijk geen idee. Niet zozeer omdat het heel lastig is om in de toekomst te kijken; het draait vooral om het feit dat er in mijn ogen geen heldere definitie van televisie is.
Definitie
Als ik dit tegen mensen zeg, krijg ik vaak als antwoord dat het hierbij gaat om ‘lineaire televisie’. Daar kan ik inkomen. Lineaire televisie, zoals ik die thuis via Ziggo bekijk. Maar als ik naar RTL 4 kijk via de Horizon-app op mijn iPad? Kijk ik dan lineaire televisie?
Je zou kunnen zeggen dat als een zender een continue programmering heeft waar achterelkaar live en/of opgenomen programma’s worden uitgezonden, dat er sprake is van lineaire televisie. Los van of je dat via DVB (de techniek achter digitale tv) of een livestream bekijkt; los van het apparaat. Dat klinkt als een aardige definitie…
… maar is een livestream waarop de hele dag clips te zien zijn dan een lineaire televisiezender of niet? Xite en Slam!TV doen de hele dag niks anders, dat zijn televisiezenders, toch? Maar zijn de internetstreams die exact hetzelfde doen, maar me niet worden aangeboden door Ziggo, dan lineaire televisie? Ja, lijkt me. Of toch niet?
En wat dacht je van de 24-uurszender die Bloomberg en Twitter samen starten. Een traditionele televisiepartij die een ouderwetse nieuwszender start. Hij is alleen enkel via de livestream van een sociaal netwerk te zien. Lineaire televisie, als je het mij vraagt.
Het probleem is: we kunnen niet zonder definities als ‘lineaire televisie’. Zeker niet als het gaat om veranderingen die onze economie en maatschappij raken. Met simpele termen moeten we duidelijk kunnen maken wat er gebeurt om dit met cijfers (zoals die uit het GfK-onderzoek) te kunnen ondersteunen. Het wordt alleen steeds lastiger en verwarrender om dit te doen.
Evolutie
De manier waarop we video kijken verandert niet van de ene op de andere dag. Gelukkig niet. De verandering gaat langzaam. Nieuwe diensten, zoals Netflix en YouTube en nieuwe apparaten, zoals smartphones en tablets, komen op naast televisie zoals we dat vroeger kenden. Alle vormen van videoconsumptie bestaan nu naast elkaar, maar raken ook steeds meer verweven.
Tegelijkertijd zijn mensen gewoontedieren. Vandaar dat mensen nog steeds de voorkeur geven aan een televisie die je aanzet en waarop je een aantal zenders hebt. Het is overzichtelijk en duidelijk. De gebruikersinterface bestaat uit een eindig aantal lineaire kanalen, waar je langs kunt zappen. Een interface die ongelofelijk sterk blijkt, want het is nog niemand gelukt om een met een waardig alternatief te komen.
Ondanks het feit dat televisies van binnen gewoon een computer zijn, is er geen grafische gebruikersinterface dat de reeks zenders heeft kunnen vervangen. De knapste koppen hebben zich hierover gebogen en het is (nog) niet gelukt. Tegelijkertijd vinden we het heel normaal om op onze telefoon de YouTube-app te openen of de NPO-app te openen om een programma terug te kijken. Niemand roept ooit dat hij op zijn telefoon de mogelijkheid om te zappen mist; dat er niet meteen een willekeurige video afspeelt, als hij YouTube opent.
Ik ben er van overtuigd dat er uiteindelijk een moment komt dat de zap-interface – zoals ik hem maar even noem – verdwijnt. Het is voor veel mensen al niet meer de enige interface op hun tv (hallo Netflix!), maar wel diegene waar ze zich het prettigst bij voelen. Dat zal nog wel een tijdje zo blijven, zeker omdat ze hier graag aan vasthouden. Heel langzaam zal er een evolutie plaatsvinden.
Label
De vraag is dan ook niet wanneer televisie doodgaat, maar hoe snel de evolutie gaat. En waar het heen evolueert. Er zal altijd behoefte blijven aan live-video. Nieuws, sport en evenementen lenen zich daar perfect voor. Echter: ook voor programma’s als Wie is de Mol?, waar je met anderen over wilt praten, blijven het meerwaarde hebben. De vraag is: blijven we kanalen houden die 24/7 uitzenden of krijgen we livestreams die komen en gaan?
Het is natuurlijk onzin dat FOX Sports een hele reeks kanalen heeft die het enkel gebruikt om op bepaalde momenten heel veel wedstrijden tegelijk uit te kunnen zenden. Het grootste deel van de tijd is hier niks op te zien. Dit zal verdwijnen. Tegelijkertijd blijft een 24/7-nieuwszender meerwaarde bieden. Al wil je daarnaast soms ook tijdelijk livestreams bij grote nieuwsgebeurtenissen. Dit zie je nu al, al noemt men het één televisie en het andere een livestream.
Alle vormen van online video die we nu kennen, zullen steeds meer hetzelfde label als televisie krijgen. Of dat label ‘televisie’, ‘video’ of iets anders is: ik heb eerlijk gezegd geen idee. Tegelijkertijd zal alles met dat label op allerlei apparaten worden geconsumeerd, dat doen we nu al. Hoe het er precies uit gaat zien en hoe het precies gaat werken: dat is de vraag waar het uiteindelijk allemaal om draait de komende jaren! Niet de vraag wanneer televisie doodgaat.
Eén ding weet ik echter wel zeker: de televisie zelf zal blijven. De centrale rol van een scherm in je huiskamer waar je video/televisie op kan kijken, zal alle veranderingen doorstaan. Hij zal vast van gedaante veranderen, maar het apparaat dat we nu televisie noemen blijft een belangrijke manier waarop we video/televisie kijken. En daarmee zal televisie uiteindelijk dus nooit echt doodgaan.