Tesla heeft een deal gesloten met China om een fabriek te bouwen in Shanghai. Dat schrijft The Wall Street Journal op basis van ingewijden. Door in China een fabriek te bouwen, kan Tesla de productiekosten omlaag brengen. Wel moet de automaker waarschijnlijk een importtarief van 25 procent betalen.
Een bron van The Wall Street Journal zegt dat Tesla momenteel nog in gesprek is met de overheid van Shanghai over de bekendmaking van de deal. Volgens de krant gaat de markt voor elektrische voertuigen in China de komende tijd flink groeien. De Chinese overheid wil tegen 2025 jaarlijks zeven miljoen elektrische voertuigen verkopen. Vorig jaar verkochten autofabrikanten in het land ‘slechts’ 351.000 elektrische voertuigen.
Autofabrikanten die in China actief zijn, moeten vanaf 2019 voldoen aan een productie-eis van elektrische voertuigen. In een eerder plan moesten autofabrikanten al in 2018, een jaartje eerder, verplicht beginnen aan het bouwen van elektrische voertuigen.
Uniek
De deal met Tesla is volgens The Wall Street Journal uniek. Autofabrikanten buiten China konden in het land al auto’s fabriceren, maar moesten daarvoor samenwerken met lokale fabrikanten. Daardoor konden zij een importtarief van 25 procent omzeilen, maar moesten zij ook hun winsten delen.
Het is waarschijnlijk dat andere autofabrikanten een gelijkwaardige deal met China willen sluiten. Daarom bekijkt de overheid de deal waarschijnlijk nog eens goed, om te voorkomen dat het een precedent schept, zegt een analist tegen The Wall Street Journal.