Afgelopen dinsdag kondigde Apple een aantal nieuwe producten aan. Waaronder een vernieuwde Apple TV, een nieuwe iMac in zeven kleuren, een nieuwe iPad Pro én de Apple AirTag. Vooral dat laatste product heeft voor de nodige ophef gezorgd. De labels, die je aan producten kunt hangen om deze niet kwijt te raken, lijken namelijk verdacht veel op een bestaand product: Tile.
De fabrikant van Tile bestempelt de Apple AirTag dan ook als ‘oneerlijke concurrentie’.
Apple AirTag vs. Tile
Beide labels hebben hetzelfde principe: het niet uit het oog verliezen van (voor jou) belangrijke producten. Of dit nu gaat om je sleutels, portemonnee of hond: aan jou de keuze waar je het label aan vastmaakt. De labels werken allebei via Bluetooth en binnen een korte afstand geven de labels een piepje. Tot slot hebben zowel Tile als Apple een eigen zoeknetwerk voor de labels.
Afbeelding: Apple
Concurrentie
Tile-topman CJ Prober spreekt over een oneerlijke concurrentie. Hij schrijft: “We verwelkomen concurrentie, zolang het maar eerlijk is. Gezien Apples gebruik van zijn platformvoordeel om de concurrentie voor zijn producten op oneerlijke wijze te beperken, zijn we helaas sceptisch.”
Vervolgens wijst Apple het bedrijf erop dat de ‘zoek mijn’-functie al langer bestaat dan het merk Tile en dat het netwerk ook openstaat voor apparaten van andere bedrijven. Maar dat zit niet zo simpel in elkaar. Derde partijen moeten namelijk commissie betalen om gebruik te kunnen maken van het ‘zoek mijn’-netwerk. Wanneer Tile-gebruikers van deze functie gebruik willen maken, dienen zij een abonnement af te sluiten. Ongeveer 30 procent van deze abonnementen worden afgedragen aan Apple.
Prober laat het hier niet bij zitten. Woensdag gaat hij in gesprek met het Amerikaanse Congres over deze regeling. En hij is niet alleen: samen met muziekdienst Spotify en techbedrijf Match staat hij zijn mannetje sterk. “We zouden het gepast vinden dat het Congres de praktijken van Apple nader bekijkt”, aldus Prober.