Numrush

Tour de France zet hittecamera’s in om hulpmotors op te sporen

Na de velen dopingschandalen zijn sommige wielrenners overgestapt op een alternatief om vals te kunnen spelen: mechanische doping. Door een extra klein hulpmotortje in een fietsframe weg te stoppen kan een wielrenner dat beetje extra hulp krijgen om sneller een berg op te komen of zelfs als eerste te finishen. Uiteraard willen de organisatie van de Tour de France en de internationale wielerbond UCI dit aanpakken.

Hulpmotortjes spoor je echter niet op met bloedtests. Je moet fietsen bijna letterlijk binnenstebuiten keren. Eén van de makkelijkste manieren om dat te doen is het gebruik van warmtecamera’s. Immers: een motor zorgt voor warmte. Dat meldt de BBC.

De organisatie van de Tour de France werkt daarvoor samen met het Franse atoomcommissariaat (CEA). Zij regelen systemen die op de achterkant van een motor of langs de weg kunnen worden geplaatst. Zo kunnen de fietsen tijdens het rijden worden gescand. Immers: een warmtecamera herkent alleen mechanische doping als de renner letterlijk op heterdaad wordt betrapt.

Andere controles

Er worden ook andere “onverwachte” controles toegepast. Zoals gewoon handmatige checks van een fiets en magnetische scans. Volgens de UCI kunnen er tijdens de Tour 3000 tot 4000 tests worden uitgevoerd. Uiteraard biedt dat geen garantie dat er niet toch iemand met wat illegale hulp over de finish gaat, maar de kans dat het lukt wordt kleiner en het risico voor wielrenners wordt groter.

De Tour de France start komende zaterdag. Dit jaar gewoon in Frankrijk, in Mont-Saint-Michel om precies te zijn. De komende twee weken zal Frankrijk dus gelijktijdig in het teken staan van de Tour de France en de ontknoping van het EK 2016.