Van drones die pakketjes rondbrengen en drones die modeshows filmen tot heuse ‘strandwacht-drones’ die mensen redden; je kunt het tegenwoordig zo gek niet bedenken of de onbemande vliegtuigjes worden ingezet. Nu wordt de drone-technologie zelfs gecombineerd met 3D-printers.
Nee, het gaat hier niet om een DIY-drone die je met behulp van een 3D-printer zelf kan bouwen, maar letterlijk om een ‘vliegende 3D-printer’. Onderzoekers van het Imperial College in Londen hebben deze twee nieuwe technologieën gecombineerd om nucleair afval op te bergen of bijvoorbeeld beschadigde gebouwen te repareren
De zogenaamde quadcopter – een drone met vier rotoren – heeft twee chemicaliën aan boord die door het samenvoegen een schuim van polymeer vormen. Dit kunstmatige alternatief voor leer kan vervolgens door de drone op gevaarlijke objecten worden ‘geprint’.
In een video is te zien hoe dat gaat. De drone is na het invoeren van de coördinaten in staat zelfstandig naar het doel te vliegen door middel van gps. Eenmaal aangekomen spuit de drone met een soort robotarm het polymeren schuim op het object en vliegt weer terug.
Nadat de kunstmatige stof is opgedroogd neemt een hexadrone – een drone met zes roteren – het werk over. Deze sterkere drone is in staat het object op te tillen en te vervoeren. De onderzoekers hopen dat dit proces vooral bruikbaar zal zijn voor het verwijderen van gevaarlijke objecten, zoals nucleair afval.
De vliegende 3D-printer zou geïnspireerd zijn op zwaluwen, die door middel van hun eigen speeksel een nest kunnen bouwen. Tot dit soort creaties zijn de vliegende 3D-printers op dit moment nog niet in staat. Professor Noel Sharkey stelt:
This could hardly be called 3D printing, although it uses some of the components. However, the potential game changer in this application is their notion of using it to repair bridges and other construction works from the air.
De uiteindelijke drones moeten een stuk groter worden en zouden daardoor ook veel meer draagvermogen hebben. Potentie hebben de nieuwe drone dus absoluut, zeker wanneer je bedenkt dat het nu nog gaat om prototypes.